Koopmansvrouw uit Holland, iets naar links staand, met kroezend haar vanaf het gezicht naar achteren gekamd waarover op het achterhoofd een mutsje met 'vleugels' aan weerszijden van het gezicht uitstaand. Een grote, dikke plooikraag met in de hals het boord van het hemd zichtbaar. Gerimpeld mouwloos jak afgezet met bont en rondom de schoudergaten voorzien van losse, afhangende stroken stof of linten. Lange mouwen van stof met strooimotief en teruggeslagen, geplooide manchetten afgezet met kant. Ruime, enkellange rok versierd met horizontale banden boven de zoom. Lang wit schort, straks rond de taille gebonden zodat het jak een getailleerde vorm krijgt. Versierde schoenen met hogere hak. Aan de rechterarm een versierde mand met deksel en hengsel ('bennetje') waarop twee elkaar toegewende leeuwen die een wapenschild op houden.