Overjapon van grijsblauw en geel gestreepte lampas, met ingeweven bizarre patronen samengesteld uit vazen met blad- en bloemmotieven en geometrische figuren gebrocheerd met metaaldraad.

Model: rechte halsuitsnijding, halflange nauwsluitende mouwen versierd met een strikachtige versiering en voorzien van dubbele pagodevormige manchetten (manchettes en eventail), van voren nauwsluitend lijf met in 1957 toegevoegd en uit twee delen bestaand borststuk bezet met drie strikken (l'echelle), op de rug vanaf de hals een losvallend, symmetrisch opgebouwd stelsel van platte plooien (pli Watteau), voorpanden van rok glad en voorzien van taps toelopend beleg, rond de zijnaden van de rok platte plooien en er in een diep split. Lijf en mouwen gevoerd met beige/bruin gestreept tijk; rok gevoerd met in 1957 toegevoegde lichtblauwe tafzijde, langs de zoom afgezet met een gele zijden stootrand. Binnenlijf sluit d.m.v. rijglint in gefestonneerde ogen. Sluiting lijf middenvoor d.m.v. metalen haken en ogen. De voorpanden van het lijf zijn ieder voorzien van twee baleinen. Versiering: strikken op het borststuk en de mouwen. De bovenste strik werd 'le parfait contement' genoemd.

Overjapon van grijsblauw en geel gestreepte lampas, met ingeweven bizarre patronen samengesteld uit vazen met blad- en bloemmotieven en geometrische figuren gebrocheerd met metaaldraad.

Model: rechte halsuitsnijding, halflange nauwsluitende mouwen versierd met een strikachtige versiering en voorzien van dubbele pagodevormige manchetten (manchettes en eventail), van voren nauwsluitend lijf met in 1957 toegevoegd en uit twee delen bestaand borststuk bezet met drie strikken (l'echelle), op de rug vanaf de hals een losvallend, symmetrisch opgebouwd stelsel van platte plooien (pli Watteau), voorpanden van rok glad en voorzien van taps toelopend beleg, rond de zijnaden van de rok platte plooien en er in een diep split. Lijf en mouwen gevoerd met beige/bruin gestreept tijk; rok gevoerd met in 1957 toegevoegde lichtblauwe tafzijde, langs de zoom afgezet met een gele zijden stootrand. Binnenlijf sluit d.m.v. rijglint in gefestonneerde ogen. Sluiting lijf middenvoor d.m.v. metalen haken en ogen. De voorpanden van het lijf zijn ieder voorzien van twee baleinen. Versiering: strikken op het borststuk en de mouwen. De bovenste strik werd 'le parfait contement' genoemd.