Vrouw die haar netten droogt

Interieur met een vrouw, zittend bij een haardvuur. Met haar rechterarm leunt ze op een tafel, haar linkerbeen rust op een haardstang. Met haar linkerhand houdt ze een net tussen haar benen. Achter haar een man met amoureuze bedoelingen: 'Liefken wat mackt ghij met uwe bruijn oogen'. Zij wijst deze echter af omdat zij nog moet bekomen van de nacht: 'Lief ick heb al den nacht gevist ick moet mijn netken drogen'. In de zestiende en zeventiende eeuw is een van de betekenissen van ‘vissen’, de bijslaap; het net was symbool voor de vagina.

Vrouw die haar netten droogt

Interieur met een vrouw, zittend bij een haardvuur. Met haar rechterarm leunt ze op een tafel, haar linkerbeen rust op een haardstang. Met haar linkerhand houdt ze een net tussen haar benen. Achter haar een man met amoureuze bedoelingen: 'Liefken wat mackt ghij met uwe bruijn oogen'. Zij wijst deze echter af omdat zij nog moet bekomen van de nacht: 'Lief ick heb al den nacht gevist ick moet mijn netken drogen'. In de zestiende en zeventiende eeuw is een van de betekenissen van ‘vissen’, de bijslaap; het net was symbool voor de vagina.