Paleis Vrijburg, Mauritsstad, Brazilië

Uit perkament gesneden gezicht op Paleis Vrijburg gemonteerd op zwarte zijde. Het gebouw vormt een u-vorm, met de open zijde gericht naar het water. De vanuit zee gezien linker toren werd bekroond door een vuurtoren, terwijl in de rechter een observatorium was ingericht van waaruit de sterrenhemel bestudeerd kon worden. De twee torens waren verbonden door een houten loopbrug ondersteund door vijf bogen. In top hebben ze een windvaan met het wapen van Johan Maurits. Een stenen kade moest zorgen voor bescherming tegen de zee, maar diende tegelijkertijd ter verfraaiing van het terrein. Op de kade zijn enkele kanonnen en een wachthuisje te zien. De linker zijde van het snijdsel toont de bijgebouwen op het terrein. Geheel links de stallen, met een geit in de deuropening, daarnaast de slavenvertrekken en het oude duifhuis. In de tuin stonden kokosnootpalmen en papaja’s, die we ook aan de rechterkant van het snijwerk zien evenals de woning van de tuinman. Het wapen van Johan Maurits wordt door een engelfiguur in de lucht wordt gehouden. Het snijdsel was oorspronkelijk bevestigd op vijf losse bladen in midden 17e eeuws handschrift om het een stevige ondergrond te geven. Het manuscript beschrijft sterrenkundige waarnemingen. De breedtegraden die in het manuscript voorkomen hebben allemaal betrekking op plaatsen in Angola. De vijf aan twee zijden beschreven bladen vormen geen doorlopend verhaal. Er is duidelijk sprake van hergebruik van het papier ter versteviging van het snijwerk. Het manuscript is geschreven in het Nederlands, in de ik-vorm en is op basis van het handschrift midden17e eeuw te dateren. De auteur van het manuscript verwijst met grote regelmaat naar hoofdstuk 11 uit De schatkamer van Cornelis Janszn., waarmee De Schat-Kamer, Des Grooten Zee-vaerts-kunst: Inhoudende De sekere gront-Regulen ende het recht ghebruyck der voornemelickste dinghen die men in de groote Zee-vaert behoort te verstaen ende waer te nemen door Cornelis Janszn Lastman van Vlielandt wordt bedoeld (eerste druk 1621) Het snijdsel is geinspireerd op de weergave van Frans Post van Vrijburg zoals we die kennen van de gravure in het boek van Caspar Barlaeus Rerum in Brasilia gestarum historia dat verscheen in 1647.

Paleis Vrijburg, Mauritsstad, Brazilië

Uit perkament gesneden gezicht op Paleis Vrijburg gemonteerd op zwarte zijde. Het gebouw vormt een u-vorm, met de open zijde gericht naar het water. De vanuit zee gezien linker toren werd bekroond door een vuurtoren, terwijl in de rechter een observatorium was ingericht van waaruit de sterrenhemel bestudeerd kon worden. De twee torens waren verbonden door een houten loopbrug ondersteund door vijf bogen. In top hebben ze een windvaan met het wapen van Johan Maurits. Een stenen kade moest zorgen voor bescherming tegen de zee, maar diende tegelijkertijd ter verfraaiing van het terrein. Op de kade zijn enkele kanonnen en een wachthuisje te zien. De linker zijde van het snijdsel toont de bijgebouwen op het terrein. Geheel links de stallen, met een geit in de deuropening, daarnaast de slavenvertrekken en het oude duifhuis. In de tuin stonden kokosnootpalmen en papaja’s, die we ook aan de rechterkant van het snijwerk zien evenals de woning van de tuinman. Het wapen van Johan Maurits wordt door een engelfiguur in de lucht wordt gehouden. Het snijdsel was oorspronkelijk bevestigd op vijf losse bladen in midden 17e eeuws handschrift om het een stevige ondergrond te geven. Het manuscript beschrijft sterrenkundige waarnemingen. De breedtegraden die in het manuscript voorkomen hebben allemaal betrekking op plaatsen in Angola. De vijf aan twee zijden beschreven bladen vormen geen doorlopend verhaal. Er is duidelijk sprake van hergebruik van het papier ter versteviging van het snijwerk. Het manuscript is geschreven in het Nederlands, in de ik-vorm en is op basis van het handschrift midden17e eeuw te dateren. De auteur van het manuscript verwijst met grote regelmaat naar hoofdstuk 11 uit De schatkamer van Cornelis Janszn., waarmee De Schat-Kamer, Des Grooten Zee-vaerts-kunst: Inhoudende De sekere gront-Regulen ende het recht ghebruyck der voornemelickste dinghen die men in de groote Zee-vaert behoort te verstaen ende waer te nemen door Cornelis Janszn Lastman van Vlielandt wordt bedoeld (eerste druk 1621) Het snijdsel is geinspireerd op de weergave van Frans Post van Vrijburg zoals we die kennen van de gravure in het boek van Caspar Barlaeus Rerum in Brasilia gestarum historia dat verscheen in 1647.