Christus valt op weg naar geseling

Christus ligt op de grond met een ketting om zijn nek. Zijn handen zijn op zijn rug gebonden met een touw dat door twee soldaten strak wordt getrokken. Een van de soldaten houdt een lans vast. De afwezigheid van de doornenkroon en het kruis plaatsen deze gebeurtenis voor de kruisdraging. Op de achtergrond staat Maria met een zwaard in haar borst gestoken, zij wordt ondersteund door Johannes.

Christus valt op weg naar geseling

Christus ligt op de grond met een ketting om zijn nek. Zijn handen zijn op zijn rug gebonden met een touw dat door twee soldaten strak wordt getrokken. Een van de soldaten houdt een lans vast. De afwezigheid van de doornenkroon en het kruis plaatsen deze gebeurtenis voor de kruisdraging. Op de achtergrond staat Maria met een zwaard in haar borst gestoken, zij wordt ondersteund door Johannes.