Torchère van verguld lindenhout. Op drie straalsgewijs geplaatste klauwpoten staat de driekantige voet, welke aan de hoeken met geknikte voluten is versierd en op elk der vlakken met een medaillon. Hierop ligt een driehoekige dekplaat met flauw concave zijden, waarop zich de schacht verheft, welke bestaat uit de volgende geledingen; een bekervormig gedeelte met gekartelde rand, een omgekeerde granaatappel, een schijf, een acanthusknop, waaruit een toelopende gecanneleerde zuilschacht, welke in vier ringen van verschillende diameters eindigt, terwijl de derde en de vierde met parelrand zijn versierd. Hierboven de ronde dekschijf, waarin een vierkante pen.