Op het voeteneind van een hemelbed zitten een jongeman met gepluimde muts en een vrouw met als hoofdbedekking een halfronde kap met hoofddoek die onder de kin sluit. Voor de voeten van de man ligt zijn degen; voor de vrouw op de grond ligt een paar huisslofjes. Links naast het bed staat een tafel met kandelaar. Deze prent is onderdeel van een serie van twaalf prenten van een man en een vrouw met scènes uit het dagelijks leven, 6 binnenshuis en 6 buitenshuis.