Strook kloskant met staande kransen onder een sierrand met ruiten

Strook zwarte kloskant: Chantilly-kant. De strook is iets gebogen van vorm en is mogelijk bedoeld ter bevestiging aan de sjaalkraag of fichu met objectnummer BK-1979-155-A. Het zich herhalende patroon bestaat voor de bovenste helft van de strook uit een sierband, gevormd door afgeronde ruitvormige motiefjes met een cirkeltje in het midden en een kolom van vier cirkeltjes tussen de opeenvolgende ruitjes. Boven de ruitjes loopt langs de bovenzijde van de strook een boogjesrandje en onder de ruitjes een spiraalrand en een aaneenschakeling van cirkeltjes. De onderste helft van het patroon bestaat uit een smal boogjesrandje met daaronder een aaneenschakeling van staande ovale kransen. De kransen hebben een binnenrand van cirkeltjes en een buitenrand van gelobde blaadjes. De motieven zijn gemaakt in netslag met contourdraden en ze zijn met elkaar verbonden door een fijne traliegrond, een tulegrond. De bovenzijde van de strook is recht afgewerkt. De staande ovalen zorgen langs de onderzijde van de strook voor een schulpenrand, die is afgewerkt met picots. De korte zijden zijn schuin afgewerkt, het patroon is hierop aangepast.

Strook kloskant met staande kransen onder een sierrand met ruiten

Strook zwarte kloskant: Chantilly-kant. De strook is iets gebogen van vorm en is mogelijk bedoeld ter bevestiging aan de sjaalkraag of fichu met objectnummer BK-1979-155-A. Het zich herhalende patroon bestaat voor de bovenste helft van de strook uit een sierband, gevormd door afgeronde ruitvormige motiefjes met een cirkeltje in het midden en een kolom van vier cirkeltjes tussen de opeenvolgende ruitjes. Boven de ruitjes loopt langs de bovenzijde van de strook een boogjesrandje en onder de ruitjes een spiraalrand en een aaneenschakeling van cirkeltjes. De onderste helft van het patroon bestaat uit een smal boogjesrandje met daaronder een aaneenschakeling van staande ovale kransen. De kransen hebben een binnenrand van cirkeltjes en een buitenrand van gelobde blaadjes. De motieven zijn gemaakt in netslag met contourdraden en ze zijn met elkaar verbonden door een fijne traliegrond, een tulegrond. De bovenzijde van de strook is recht afgewerkt. De staande ovalen zorgen langs de onderzijde van de strook voor een schulpenrand, die is afgewerkt met picots. De korte zijden zijn schuin afgewerkt, het patroon is hierop aangepast.