Canapé van djatihout, de zitting en de drie rugleuningen bespannen met riet. In neo-rococo-stijl, met S-vormig gebogen voorsporten gesneden met bladmotieven en een geschulpte voorregel, gesneden met een schelp te midden van bladmotieven. Sterk naar buiten gebogen, uit twee voluten opgebouwde armen, de rug opgebouwd uit drie opengewerkte leuningen, een liggend ovale geflankeerd door twee peervormige, rustend op voluutvormige stutten, verbonden door voluten en bekroond met snijwerk van bloemen te midden van bladvoluten.