Jabot van machinale tule dat langs drie zijden is afgewerkt met een strook naturelkleurige Brusselse applicatiekant: kloskant geappliceerd op tule. Trapeziumvormig model doordat het rechthoekige middenveld aan de bovenzijde is voorzien van ingenaaide staande oprijgjes. De strook applicatiekant is rond de hoeken onderaan ingevouwen. Kantpatroon: onder een strooipatroon van moesjes bestaat het zich herhalende patroon langs de buitenrand van de strook uit een rij liggende c-voluten met een godronrandje eronder. Tussen de c-voluten steeds één roos waarboven een takje met drie ovale bladeren. Boven elke c-voluut een recht naar beneden hangend dun takje met ovale blaadjes en blaadjes als een strik. De motieven zijn geklost in linnenslag met uitsparingen en contourdraden. In de roosjes een naaldkantringetje, een gefestonneerd cirkeltje. Het kant is waarschijnlijk rond 1900 gemaakt en het is pas later gebruikt voor afwerking van de jabot.