Vierkante kasjmiersjaal met middenvierkant met miniscuul bloempatroon, waaromheen randen in rood en donkerblauw met botamotief

Vierkante palmensjaal, geweven van wol en zijde, met een groot wit middenvierkant en vierkante hoekmotieven. Turksrode staande rand en marineblauwe dwarsrand. Op met midden een miniscuul bloempatroon, in de rode en blauwe randen kleine bota's. In het middenvierkant staan omhooggerichte stengels in blauwgerand groen, blauwe bladeren en om en om rode en blauwe bloemen. In de hoekvierkanten staat een rasterpatroon vangroene bladeren en rode dwarslijnen met kleine vierbladige blauwe bloemen en in het hart grote bota's. Door de grillige hoekige randen worden staande bota's, nog van open stengel met links en rechts een bloem. Dwarsranden van marineblauw vertonen benedenaan staande en bovenaan hangende bota's. In het randpatroon liggende groene anjers op de dwarsranden en staande in de staande randen - tot de bovenste blauwe binnenrand, waar ze opzij hangen. De techniek bestaat uit een zijden ketting en wollen inslag, in de keper gebonden, achterzijde met flotterende inslag.

Vierkante kasjmiersjaal met middenvierkant met miniscuul bloempatroon, waaromheen randen in rood en donkerblauw met botamotief

Vierkante palmensjaal, geweven van wol en zijde, met een groot wit middenvierkant en vierkante hoekmotieven. Turksrode staande rand en marineblauwe dwarsrand. Op met midden een miniscuul bloempatroon, in de rode en blauwe randen kleine bota's. In het middenvierkant staan omhooggerichte stengels in blauwgerand groen, blauwe bladeren en om en om rode en blauwe bloemen. In de hoekvierkanten staat een rasterpatroon vangroene bladeren en rode dwarslijnen met kleine vierbladige blauwe bloemen en in het hart grote bota's. Door de grillige hoekige randen worden staande bota's, nog van open stengel met links en rechts een bloem. Dwarsranden van marineblauw vertonen benedenaan staande en bovenaan hangende bota's. In het randpatroon liggende groene anjers op de dwarsranden en staande in de staande randen - tot de bovenste blauwe binnenrand, waar ze opzij hangen. De techniek bestaat uit een zijden ketting en wollen inslag, in de keper gebonden, achterzijde met flotterende inslag.