Armstoel van Indonesisch hout. Rugleuning en zitting met riet bespannen. Geslingerde poten, door een dubbel Y-vormig kruis verbonden. De armleggerstutten en de vrijstaande rugstijlen zijn eveneens geslingerd. De geholde armleggers eindigen in voluten. Het zitraam is aan de voorzijde geprofileerd. De boven- en onderregel en de stijlen van het hoge rugraam vertonen uitschulpingen. De bovenregel heeft in het midden een gekroond wapen, waarin een klimmende leeuw met zwaard en pijlbundel; daaronder het jaartal 1709 en VOC. Op de achterstijlen gedraaide bollen.