Model of a Gun and Carriage

Model van een kanon op affuit op een grondplank met geschutpoort. De houten loop, 37.5 cm lang en zwart geverfd, is van het mantel-type met vijf mantels die naar de mond toe steeds dunner worden; de ziel is niet uitgeboord. De druif bestaat uit twee oren waartussen een ring draaiend om een as, waardoor een verticale stang steekt: dit is waarschijnlijk een schematische weergave van de eleveerschroef. Bij de hoogste sierraadband heeft het stuk een tweede stel dunne tappen, Het affuit is op de grondplank vastgezet. Het bestaat uit twee wangen, die tot ver boven het kanon uitkomen en verbonden zijn door dwarsblaken onder en messing dwarslatten boven. In de wangen zijn gleuven voor de tappen uitgesneden, waarin deze verticaal op en neer kunnen bewegen. Een tweede stel beweegbare wangen is aan de buitenzijde van de eerste wangen geplaatst en heeft horizontale tappengleuven; de tappen komen hierdoor in de kruising van de twee tappengleuven te liggen, die kan variëren naargelang de elevatie van het geschut. Achteraan hebben de buitenste wangen nog een stel gleuven voor de dunne tappen die aan de hoogste sierraadband van het kanon zijn bevestigd. Het resultaat van deze inrichting is dat het kanon geëleveerd wordt zonder dat de hoogte van de tromp verandert: de loop kan achter hoger en lager gezet worden, terwijl de tromp op dezelfde hoogte blijft. Hierdoor was het mogelijk een kleine, ronde geschutpoort te gebruiken. Het model geeft geen details van de beweging van het affuit of horizontaal richten.

Model of a Gun and Carriage

Model van een kanon op affuit op een grondplank met geschutpoort. De houten loop, 37.5 cm lang en zwart geverfd, is van het mantel-type met vijf mantels die naar de mond toe steeds dunner worden; de ziel is niet uitgeboord. De druif bestaat uit twee oren waartussen een ring draaiend om een as, waardoor een verticale stang steekt: dit is waarschijnlijk een schematische weergave van de eleveerschroef. Bij de hoogste sierraadband heeft het stuk een tweede stel dunne tappen, Het affuit is op de grondplank vastgezet. Het bestaat uit twee wangen, die tot ver boven het kanon uitkomen en verbonden zijn door dwarsblaken onder en messing dwarslatten boven. In de wangen zijn gleuven voor de tappen uitgesneden, waarin deze verticaal op en neer kunnen bewegen. Een tweede stel beweegbare wangen is aan de buitenzijde van de eerste wangen geplaatst en heeft horizontale tappengleuven; de tappen komen hierdoor in de kruising van de twee tappengleuven te liggen, die kan variëren naargelang de elevatie van het geschut. Achteraan hebben de buitenste wangen nog een stel gleuven voor de dunne tappen die aan de hoogste sierraadband van het kanon zijn bevestigd. Het resultaat van deze inrichting is dat het kanon geëleveerd wordt zonder dat de hoogte van de tromp verandert: de loop kan achter hoger en lager gezet worden, terwijl de tromp op dezelfde hoogte blijft. Hierdoor was het mogelijk een kleine, ronde geschutpoort te gebruiken. Het model geeft geen details van de beweging van het affuit of horizontaal richten.