Model van een reddingstoestel tegen een schuine wand. Het toestel bestaat uit een stel drijvers verbonden door een dwarsbalk met een verticale ronde paal in het midden. Het wordt tegen de wand gehouden met twee geleidestangen door de dwarsblak en is geborgd met een ketting; de ketting wordt met een sliphaak losgemaakt, die met een touw door de wand wordt bediend, waarna het toestel langs de geleidestangen naar beneden valt en vrij komt. De paal van het toestel heeft een vuurplaat bovenop voor lichtgevend vuur. Vlak voor het lanceren wordt het vuur aangestoken met een vuursteenslot dat tegen de wand is aangebracht in een messing beschermkap, met een trekkertouw dat over een paar schijven door de wand heen gaat. De deksel van de vuurplaat, die het beschermt tegen vocht, is aan de wand bevestigd en blijft achter na lancering. In het ondereind van de paal is een uitschuifbare ijzeren stang met een ronde plaat aangebracht, die uitschuift zodra het toestel vrijkomt.