Tegen een vlakke, omlijste achtergrond staat het kruis, waaraan Christus hangt met het hoofd schuin naar links. Boven hem het opschrift INRI in gotische letters; tegen de kruisvoet het doodshoofd van Adam. Links hiervan staat de in zwijm vallende Maria, onder de armen opgevangen door Johannes; rechts, in profiel, knielt Maria Magdalena, die opziet naar Christus en beide armen om het kruishout heeft geslagen. Achter haar staat, eveneens in profiel de heilige Franciscus met opgeheven handen, uitgebeeld op het moment dat hij de stigmata ontvangt. Links van Christus een vliegend engeltje met een kelk om het bloed uit Christus' zijwond op te vangen. Christus heeft een nimbus, draagt een doornenkroon en lendendoek, Maria heeft een gewaad met lange mouwen, een kindoek en een van het hoofd afhangende mantel; Johannes een mantel over een toog, waarvan het opstaande kraagje nog te zien is; Maria Magdalena, wier golvende haar over de rug valt, een gewaad met lange mouwen en een van de schouders afhangende mantel. Franciscus, op sandalen en in monnikspij, is uitgebeeld met een nimbus en de stigmata. het engeltje in albe heeft de stola gekruist voor de borst.