Model of a Masting Sheer

Model van een mastbok op een grondplank die een oever voorstelt. De twee poten, boven verbonden door een zware dwarsbalk en een kap, leunen vooruit en worden teruggehouden door twee schoren en zes stagen. De poten staan op een muur met een halfronde uitsparing. De stagen zijn met jufferblokken aan haken in de grond bevestigd, die achter een werkplatform in een boog gezet zijn. De schoren hebben sleufvormige sporen op het platform, waarin zij op meerdere plaatsen kunnen worden geborgd. Het platform overdekt een open schuilplaats, en kan worden verwijderd waardoor de heifundering zichtbaar wordt. Een houten rol op de voorste rand van het platform en de knecht achter het platform hielpen waarschijnlijk bij het manipuleren van het rondhout. De twee takels worden gedreven door tredmolens, één aan iedere kant. Het touw loopt van de as van zijn tredmolen door een drieschijfsblok aan de top en een dubbel takelblok, van het drieschijfsblok terug door een knecht aan de voet van de poot en vandaar naar een kaapstander en beting aan de andere zijde van de grondplank; de rechter kaapstander is volgens het ontwerp van Asmus zoals bij NG-MC-190.

Model of a Masting Sheer

Model van een mastbok op een grondplank die een oever voorstelt. De twee poten, boven verbonden door een zware dwarsbalk en een kap, leunen vooruit en worden teruggehouden door twee schoren en zes stagen. De poten staan op een muur met een halfronde uitsparing. De stagen zijn met jufferblokken aan haken in de grond bevestigd, die achter een werkplatform in een boog gezet zijn. De schoren hebben sleufvormige sporen op het platform, waarin zij op meerdere plaatsen kunnen worden geborgd. Het platform overdekt een open schuilplaats, en kan worden verwijderd waardoor de heifundering zichtbaar wordt. Een houten rol op de voorste rand van het platform en de knecht achter het platform hielpen waarschijnlijk bij het manipuleren van het rondhout. De twee takels worden gedreven door tredmolens, één aan iedere kant. Het touw loopt van de as van zijn tredmolen door een drieschijfsblok aan de top en een dubbel takelblok, van het drieschijfsblok terug door een knecht aan de voet van de poot en vandaar naar een kaapstander en beting aan de andere zijde van de grondplank; de rechter kaapstander is volgens het ontwerp van Asmus zoals bij NG-MC-190.