Model van een ketting-baggermolen met op het voordek gesitueerde rosmolen. De overdekte rosmolen drijft de ketting aan via een raderwerk met een lange transmissie-as, die onderdeks van de rosmolen naar het raderwerk van de ketting achter loopt. De diepte van de bak, waarover de ketting met messing schakels en houten schoepen loopt, wordt geregeld met een groot verticaal rad met windas en takels. De bak komt uit op het achterdek en de modder wordt via een goot langs achter afgevoerd; de hoogte van de goot kan met een takel geregeld worden. Van een windas met pal aan bakboord loopt een takel via het juk van het rad naar de bak en houdt de bak in neerwaartse stand. De rosmolen kan met een zwengel aangedreven worden.