Japon van wijnrode zijden damast. Zijde: fond in kettingsatijn; patroon in taf, changeant van rood naar zwart. Dicht, lopend patroon van golvende stengels, waaraan naar links en rechts buigende rozen. Lijf (A): aaneengesloten, onversierde halslijn, getailleerd met schootje dat van achter puntig uitloopt, geplooid is en met een fluwelen strik versierd. Driekwart pagode-mouwen. Verborgen haaklsuiting middenvoor met loze zwarte, geborduurde knopvormige knoopjes. Versiering: dubbele rij zwart bandfluweel en zwarte zijden franje, niet alleen langs de onderzijde maar ook langs het schijnpelerientje. Gevoerd met grauwe katoen. Twee baleinen vóór. Rok (B): vijfbaans zonder versiering. Ongevoerd. Hoogstwaarschijnlijk zijn banen verwijderd.