Strook naturelkleurige kloskant, Oosteuropese kant. Het patroon bestaat uit een lint dat in de vorm is gelegd van twee aaneengeschakelde gespiegelde s-en, staand en langgerekt en in elke bocht een ronde uitsparing. In het centrum van het motief staat een gestileerde bloem met zes bloemblaadjes. De strook toont twee van deze s-motieven naast elkaar, die ten opzichte van elkaar zijn omgekeerd. Met een dergelijk in bochten gelegd lint zijn aan weerszijden van dit patroon ook andere vormen gemaakt, maar deze zijn deels afgeknipt en niet meer compleet. De linten zijn gemaakt in linnenslag, evenals de rechte band die langs de bovenzijde van de strook loopt. De blaadjes in het centrum van de s-vormige motieven zijn gemaakt in vormslag. De motieven zijn met elkaar verbonden door een vlechtengrond. Boven- en onderzijde van de strook zijn recht afgewerkt, waarbij de onderzijde is voorzien van picots.