Strook kloskant met twee composities van c-voluten en madeliefjes

Strook naturelkleurige kloskant: fijn Brugs bloemwerk. Het zich herhalende patroon bestaat uit twee, grotendeels symmetrische composities van c-voluten en madeliefjes. De ene compositie bestaat langs de onderzijde van de strook uit twee naar elkaar toegewende c-voluten, die onderaan tegen elkaar geplaatst zijn. Langs de buitenkant van de voluten zijn in grote toenemende lobben gemaakt, waarbij de drie grootste een gelobde schulp vormen. Tussen de c-voluten staan twee kelkbloempjes en een madelief, met daarboven een hangend palmetblad, bekroond door drie rozetbloempjes. De andere compositie bestaat uit drie sterk gebogen c-voluten onder een langgerekte liggende c-voluut. Een rij met zeven aaneengesloten rozetbloempjes hieronder vormt de andere gelobde schulp. Boven het liggende c-voluut staat een a-symmetrische schikking van grotere en kleinere rozetbloemen en madelieven. De motieven zijn met elkaar verbonden door een gepicoteerde vlechtengrond. Ze zijn grotendeels gemaakt in losgewerkte linnenslag met opengewerkte randjes en uitsparingen. De drie grote lobben die een schulp vormen zijn deels gemaakt in netslag. De motieven zijn grotendeels voorzien van dunne en dikkere contourdraden. In de opengewerkte bloemhartjes van de zeven aaneengesloten madeliefjes, zijn blokjes gemaakt in vormslag. De bovenzijde van de strook is recht afgewerkt. De schulpenrand komt voort uit het patroon en is afgewerkt met picots.

Strook kloskant met twee composities van c-voluten en madeliefjes

Strook naturelkleurige kloskant: fijn Brugs bloemwerk. Het zich herhalende patroon bestaat uit twee, grotendeels symmetrische composities van c-voluten en madeliefjes. De ene compositie bestaat langs de onderzijde van de strook uit twee naar elkaar toegewende c-voluten, die onderaan tegen elkaar geplaatst zijn. Langs de buitenkant van de voluten zijn in grote toenemende lobben gemaakt, waarbij de drie grootste een gelobde schulp vormen. Tussen de c-voluten staan twee kelkbloempjes en een madelief, met daarboven een hangend palmetblad, bekroond door drie rozetbloempjes. De andere compositie bestaat uit drie sterk gebogen c-voluten onder een langgerekte liggende c-voluut. Een rij met zeven aaneengesloten rozetbloempjes hieronder vormt de andere gelobde schulp. Boven het liggende c-voluut staat een a-symmetrische schikking van grotere en kleinere rozetbloemen en madelieven. De motieven zijn met elkaar verbonden door een gepicoteerde vlechtengrond. Ze zijn grotendeels gemaakt in losgewerkte linnenslag met opengewerkte randjes en uitsparingen. De drie grote lobben die een schulp vormen zijn deels gemaakt in netslag. De motieven zijn grotendeels voorzien van dunne en dikkere contourdraden. In de opengewerkte bloemhartjes van de zeven aaneengesloten madeliefjes, zijn blokjes gemaakt in vormslag. De bovenzijde van de strook is recht afgewerkt. De schulpenrand komt voort uit het patroon en is afgewerkt met picots.