Japonstrook van zwarte kloskant: Chantilly-kant. Op een leeg mazenfond staat een lopend patroon van à-jour bandwerk van liggende en staande c-voluten, die een brekende golflijn vormen. Uit de gekuifde toppen komen achterwaarts gerichte slingerende bloesemtakjes te voorschijn, die zijn doorsneden door een grote, hangende toef van roos, margriet en bloesems. Beneden de golven loopt een gesloten schulprand van een 'klaproos' tussen bloesems en een roos onder drie hangende anjers.