Wandarm met achterplaat met het wapen van de familie Spiegel

De achterplaat is gevormd als een schild met een brede rand van ineen en achter elkaar langs krullende voluten, sommige glad, versierd met bladeren, andere met een structuur van rijen bollen. Deze laatste komen voort uit horens van plooien. Tussen de voluten bevinden zich velden van traliewerk met rozetten op een geruwde grond. Over het veld midden onder slingeren zich stelen met tulpen, die van de voluten daarboven afhangen. De plaat wordt aan boven- en onderzijde afgesloten door uitwaaierende, schuim- en bladachtige motieven. De bekroning wordt geflankeerd door twee op de voluten gezeten adelaars met naar elkaar toegewende koppen. Op het schuimmotief aan de onderzijde is de geslingerde, uit met bladeren versierde voluten opgebouwde arm bevestigd, waarbij die van A naar links gedraaid is en die van B naar rechts. De arm draagt een grote, zeshoekige vetvanger met een ronde verdieping in het midden en een opgelegde, geprofileerde buitenrand. Daarop rust met een ronde, ingesnoerde voet de eveneens zeshoekige, gegoten, vaasvormige vetvanger met geprofileerde onder- en bovenrand. De zijden van de kaarsenhouder zijn afwisselend gegraveerd met een rozet in een gearceerd veld en een motief van bladvoluten. Aan de achterzijde van de plaat is een korte koperen strip bevestigd, waaraan het geheel kan worden opgehangen. Onder het midden steekt een schroef uit de plaat (in beide gevallen oorspronkelijk twee); daar was wellicht een houten achterplaat bevestigd. Op het schild is het wapen Spiegel met helm, helmteken en dekkleden gegraveerd.

Wandarm met achterplaat met het wapen van de familie Spiegel

De achterplaat is gevormd als een schild met een brede rand van ineen en achter elkaar langs krullende voluten, sommige glad, versierd met bladeren, andere met een structuur van rijen bollen. Deze laatste komen voort uit horens van plooien. Tussen de voluten bevinden zich velden van traliewerk met rozetten op een geruwde grond. Over het veld midden onder slingeren zich stelen met tulpen, die van de voluten daarboven afhangen. De plaat wordt aan boven- en onderzijde afgesloten door uitwaaierende, schuim- en bladachtige motieven. De bekroning wordt geflankeerd door twee op de voluten gezeten adelaars met naar elkaar toegewende koppen. Op het schuimmotief aan de onderzijde is de geslingerde, uit met bladeren versierde voluten opgebouwde arm bevestigd, waarbij die van A naar links gedraaid is en die van B naar rechts. De arm draagt een grote, zeshoekige vetvanger met een ronde verdieping in het midden en een opgelegde, geprofileerde buitenrand. Daarop rust met een ronde, ingesnoerde voet de eveneens zeshoekige, gegoten, vaasvormige vetvanger met geprofileerde onder- en bovenrand. De zijden van de kaarsenhouder zijn afwisselend gegraveerd met een rozet in een gearceerd veld en een motief van bladvoluten. Aan de achterzijde van de plaat is een korte koperen strip bevestigd, waaraan het geheel kan worden opgehangen. Onder het midden steekt een schroef uit de plaat (in beide gevallen oorspronkelijk twee); daar was wellicht een houten achterplaat bevestigd. Op het schild is het wapen Spiegel met helm, helmteken en dekkleden gegraveerd.