De rechthoekige mand met schuin oplopende wanden rust op een voetrand en is aan de onderzijde verstevigd met een ijzeren band. Aan de korte zijden van de mand zijn platte afgeronde oren bevestigd. De wanden en de oren zijn gedreven en gedeeltelijk uitgezaagd met bloemen en ranken. Op elk van de korte zijden is een zwevende putto weergegeven. In het midden van de lange zijden houden twee putti een glad schild binnen een omlijsting van weke delen. Op het schild op de bovenrand is de naam Eefferim V:Weelevelt gegraveerd. De hoeken van de wanden bestaan uit weke, knekel-achtige ornamenten. Rond de wand loopt een kabelrand, omgeven door een motief van staande bladeren. Op de bodemplaat zijn zeven musicerende putti gedreven in een ruimte met stenen muren en een vloer van plavuizen, tegen een achtergrond van een opgehangen doek waarachter de bovenzijden van drie halfronde vensters te zien zijn.