Kandelaber, geschonken aan kapitein Cornelis Schrijver

De kandelabers (BK-NM-12502 en BK-NM-12503) bestaan uit een kandelaar en een opzetstuk met drie scharnierende armen. De geprofileerde, zich verjongende voet is achthoekig in doorsnede, met afwisselend rechte en gegolfde zijden. In de vlakke bovenzijde bevindt zich een ronde verdieping waaruit het eveneens ronde, ingesnoerde, door een ring gelede bovenstuk van de voet oprijst. Daarop rust de balustervormige stam, staande op een verbrede bolwandige voet. Ook de stam is achthoekig; de afwisselend rechte en gebolde zijden corresponderen met die van de voet. De vaasvormige, geprofileerde kaarsenhouder is weer rond in doorsnede. Het ingesnoerde lichaam hiervan wordt door een ring geleed. In de kaarsenhouder past het opzetstuk, dat bestaat uit een zeshoekige kern die afwisselend rechte en gegolfde zijden heeft, en drie armen die door scharnieren met de rechte zijden van de kern verbonden zijn. De geprofileerde kern, die zich eerst verbreedt en daarna verjongt, rust op een ronde, ingesnoerde voet en wordt bekroond door een eveneens ronde, meervoudig geprofileerde knop met een klokvormige afsluiting. De uit twee C-voluten opgebouwde armen zijn vierkant in doorsnede. Ze zijn door profielen geleed en versierd met opkrullende, gestileerde bladvoluten. Ze dragen grote vetvangers met een verhoogde rand, versierd met een opgelegde profielrand, waarboven de geprofileerde, vaasvormige kaarsenhouders oprijzen, waarvan het ingesnoerde lichaam door een ring geleed is. Op het bovenstuk van de voet is een driemaster op zee gegraveerd onder het monogram GWC, voor de Generale Westindische Compagnie. Langs de onderrand van de voet staat de gegraveerde inscriptie: De Generale geoctroijeerde West indische Compagnie heeft dit Present gedaan aan de heer Capiteyn Cornelis Schrijver, voor zijne Veelvuldige Occupasien en gedane diensten aan deselve in den Jare 1737 beweese.

Kandelaber, geschonken aan kapitein Cornelis Schrijver

De kandelabers (BK-NM-12502 en BK-NM-12503) bestaan uit een kandelaar en een opzetstuk met drie scharnierende armen. De geprofileerde, zich verjongende voet is achthoekig in doorsnede, met afwisselend rechte en gegolfde zijden. In de vlakke bovenzijde bevindt zich een ronde verdieping waaruit het eveneens ronde, ingesnoerde, door een ring gelede bovenstuk van de voet oprijst. Daarop rust de balustervormige stam, staande op een verbrede bolwandige voet. Ook de stam is achthoekig; de afwisselend rechte en gebolde zijden corresponderen met die van de voet. De vaasvormige, geprofileerde kaarsenhouder is weer rond in doorsnede. Het ingesnoerde lichaam hiervan wordt door een ring geleed. In de kaarsenhouder past het opzetstuk, dat bestaat uit een zeshoekige kern die afwisselend rechte en gegolfde zijden heeft, en drie armen die door scharnieren met de rechte zijden van de kern verbonden zijn. De geprofileerde kern, die zich eerst verbreedt en daarna verjongt, rust op een ronde, ingesnoerde voet en wordt bekroond door een eveneens ronde, meervoudig geprofileerde knop met een klokvormige afsluiting. De uit twee C-voluten opgebouwde armen zijn vierkant in doorsnede. Ze zijn door profielen geleed en versierd met opkrullende, gestileerde bladvoluten. Ze dragen grote vetvangers met een verhoogde rand, versierd met een opgelegde profielrand, waarboven de geprofileerde, vaasvormige kaarsenhouders oprijzen, waarvan het ingesnoerde lichaam door een ring geleed is. Op het bovenstuk van de voet is een driemaster op zee gegraveerd onder het monogram GWC, voor de Generale Westindische Compagnie. Langs de onderrand van de voet staat de gegraveerde inscriptie: De Generale geoctroijeerde West indische Compagnie heeft dit Present gedaan aan de heer Capiteyn Cornelis Schrijver, voor zijne Veelvuldige Occupasien en gedane diensten aan deselve in den Jare 1737 beweese.