De lage, zich verjongende voet van de ronde vaas is versierd met een gegraveerde band van gestileerde bladmotieven. Hierop rust de vaas, die is opgebouwd uit een bol lichaam en een hoge, iets ingesnoerde hals. Het lichaam is op het breedste punt verdeeld in zes ovale lobben, elk versierd met een gestileerd bloemmotief op een geponste achtergrond. In het midden van ieder bloemmotief is een turkoois aangebracht. Onder deze rand van zes lobben zijn zes pauwen, van voren gezien, weergegeven. Ze worden gescheiden door bloemen. Boven de lobbenrand bevinden zich afwisselend drie maskers en drie libellen. Dit rijk geornamenteerde gedeelte krult aan de bovenzijde om, waarbij boven iedere libel een oor wordt gevormd. Door middel van realistisch weergegeven nagels en zelfs reeksen gaten als voor de sluiting van een gesp, wordt in deze aan rolwerk herinnerende zone de illusie van omkrullend leer gewekt. Hieruit rijst de slanke hals op, die wordt gekenmerkt door een geprononceerde hamerslagstructuur. Even onder het smalste gedeelte is de hals versierd met drie turkooizen en daarboven, vlak onder de gladde liprand, met een rand van zes bollingen.