Allegorie op rijkdom, wellust en domheid

Een interieur van een huis. Aan een tafel zitten koning Midas, als personificatie van dwaasheid en hebzucht, en de vrouwelijk personificatie van Rijkdom. Midas is zijn geld aan het tellen, terwijl een nar, de personificatie van Dwaasheid, hem een zotskap opzet. Rijkdom bekijkt haar reflectie in een spiegel en ziet een oude vrouw. Een dame met het hoofd van een zwijn schenkt haar wijn in. Een andere vrouw met een papegaai op haar arm zwaait haar met een waaier haar koelte toe (zij personifieert artificiële lof of vleierij).

Allegorie op rijkdom, wellust en domheid

Een interieur van een huis. Aan een tafel zitten koning Midas, als personificatie van dwaasheid en hebzucht, en de vrouwelijk personificatie van Rijkdom. Midas is zijn geld aan het tellen, terwijl een nar, de personificatie van Dwaasheid, hem een zotskap opzet. Rijkdom bekijkt haar reflectie in een spiegel en ziet een oude vrouw. Een dame met het hoofd van een zwijn schenkt haar wijn in. Een andere vrouw met een papegaai op haar arm zwaait haar met een waaier haar koelte toe (zij personifieert artificiële lof of vleierij).