De geschulpte doos, met een rechte achterzijde, heeft een scharnierend deksel. hij rust op een lage, rechte standring. De bodem is aan de onderzijde gegraveerd met een patroon van traliewerk met rozetten. De wand van de doos wordt geleed door een profielrand; daaronder is hij enigszins bol, zich verjongend naar de bodem, daarboven is hij licht ingesnoerd. Het deksel heeft een geprofileerde rand met aan de voorzijde een opstaand lipje. In de rand is een plaat gevat met een gedreven voorstelling van een fontein in een bassin, in een tuinlandschap met een rondlopende collonade, gebouwen en bomen en daaromheen een asymetrische omlijsting opgebouwd uit C- en S-voluten, schuimranden, schelpmotieven en een bloemslinger. Tegen de onderzijde van deze plaat is een tweede, geheel gladde plaat aangebracht.