De kast van de klok is gemaakt van geel koperplaat, dat op de randen is geklonken en aan de achterkant met pinnen is vastgezet. De voorkant heeft een gegraveerd gestileerd ornament van vier bloemen en bladwerk om een rond in een montuur gevat ruitje van bruin glas. De randen onderaan en om de klok hebben uitgezaagde florale motieven. Om de klok loopt de versiering telkens puntig uit. Bovenop is een groen stuk glas in een kruis gevat. De wijzerplaat, waarop de cijfers in zwart zijn aangegeven, is van ivoor gemaakt. Het geslepen glazen ruitje is in een scharnierend montuur gevat. De zij- en bovenkanten hebben een gegraveerde versiering. Aan de zijkanten zijn links en rechts twee ovale stukken geslepen bruin glas gemonteerd. Het voetstuk van coromandelhout heeft aan de voorzijde een gesneden ornament met bladeren en twee muizen, alsmede op iedere zijkant een muis. Op de einden van de rand is een schildpad uitgesneden. Het sleuteloog van geel koper is versierd met twee uitgezaagde rozetten. Op de achterkant van de klok is een gestileerde roos gegraveerd, welke het vignet is van het huis E.J. van Wisselingh & Co. Deze is omgeven door de letter L (voor Lesener, de maker van de pendule) en het monogram TN (voor Theo Nieuwenhuis, de ontwerper) en het jaar 1898. Op de achterkant van het uurwerk het stempelteken S. Marti et Cie, medaille d'argent 1889.