Bokaal met deksel met zes geëmailleerde schilden

Het ronde voorwerp bestaat uit een bokaal, die met de bodem in de voet uit één tombakplaat is geslagen, en een deksel. Onder de voetbodem is met twee bouten een uit tombak geslagen geprofileerde opstaande rand gemonteerd. Op bokaal en deksel zijn telkens zes geëmailleerde zilveren schilden gesoldeerd. De bokaal is aan de onderkant in de voet gesigneerd. G. H. LANTMAN / ME / FECIT / 1911. Aan de binnenkant van het deksel het etiket met de gedrukte tekst 'pour l'exposition a paris 1925 section néerlandaise' en in inkt 'VIII 489'. De bokaal is opgebouwd uit een voet, een stam en een kuip, welke in elkaar overlopen. De overgang van de stam naar de kuip heeft een gedreven gestileerd ornament, dat wordt gevormd door een twaalf keer herhaald motief, met bovenaan een in drieën geleed blad. Op de wand van de kuip zijn zes zilveren schilden gesoldeerd met een in cloisonné-techniek uitgevoerde vegetatieve versiering in email, bestaande uit een op stengels geplaatste bloemkelk en twee knoppen alsmede twee bladeren tegen een witte, blauwe of roodbruine achtergrond. De van boven ronde en naar beneden spits toelopende zilveren schilden zijn gevat in een gedreven en geponst decor, bestaande uit krullen, bladeren en zes rozetten, waarin een koraal is opgenomen. Deze reliëfversiering wordt bovenaan afgesloten door een geribde en holrond geprofileerde rand. Het deksel is voorzien van een knop, die in vorm en ornament enigszins doet denken aan een maiskolf. Hij wordt onderaan omsloten door zes bladeren, welke van dezelfde vorm zijn als die van de stam. Op het bolle gedeelte van het deksel zijn zes ronde zilveren schilden gesoldeerd met een geëmailleerde in cloisonné-techniek uitgevoerde versiering bestaande uit rozetten in blauw, groen en roodbruin en met een robijnrode halfedelsteen in het middelpunt. De schilden zijn omgeven door een gedreven en geponst decor, dat uit een stilering van krullen is opgebouwd.

Bokaal met deksel met zes geëmailleerde schilden

Het ronde voorwerp bestaat uit een bokaal, die met de bodem in de voet uit één tombakplaat is geslagen, en een deksel. Onder de voetbodem is met twee bouten een uit tombak geslagen geprofileerde opstaande rand gemonteerd. Op bokaal en deksel zijn telkens zes geëmailleerde zilveren schilden gesoldeerd. De bokaal is aan de onderkant in de voet gesigneerd. G. H. LANTMAN / ME / FECIT / 1911. Aan de binnenkant van het deksel het etiket met de gedrukte tekst 'pour l'exposition a paris 1925 section néerlandaise' en in inkt 'VIII 489'. De bokaal is opgebouwd uit een voet, een stam en een kuip, welke in elkaar overlopen. De overgang van de stam naar de kuip heeft een gedreven gestileerd ornament, dat wordt gevormd door een twaalf keer herhaald motief, met bovenaan een in drieën geleed blad. Op de wand van de kuip zijn zes zilveren schilden gesoldeerd met een in cloisonné-techniek uitgevoerde vegetatieve versiering in email, bestaande uit een op stengels geplaatste bloemkelk en twee knoppen alsmede twee bladeren tegen een witte, blauwe of roodbruine achtergrond. De van boven ronde en naar beneden spits toelopende zilveren schilden zijn gevat in een gedreven en geponst decor, bestaande uit krullen, bladeren en zes rozetten, waarin een koraal is opgenomen. Deze reliëfversiering wordt bovenaan afgesloten door een geribde en holrond geprofileerde rand. Het deksel is voorzien van een knop, die in vorm en ornament enigszins doet denken aan een maiskolf. Hij wordt onderaan omsloten door zes bladeren, welke van dezelfde vorm zijn als die van de stam. Op het bolle gedeelte van het deksel zijn zes ronde zilveren schilden gesoldeerd met een geëmailleerde in cloisonné-techniek uitgevoerde versiering bestaande uit rozetten in blauw, groen en roodbruin en met een robijnrode halfedelsteen in het middelpunt. De schilden zijn omgeven door een gedreven en geponst decor, dat uit een stilering van krullen is opgebouwd.