Het inwendig met een stuk gietijzer verzwaarde voorwerp bestaat uit een bout van ijzer, een sierplaat en twee gegoten handvatdelen van geel koper en een handvat van beukehout. De bout heeft aan de achterkant een klep, die is open en dicht te draaien. Op de bodemplaat van de bout is inwendig een S-vormig stuk ijzer gesmeed, waarop het losse stuk ijzer ligt. De sierplaat heeft een uitgesneden en gegraveerd decor met o.a. een kroon, twee vogels, een dubbelmoniogram JM en een hart. De twee handvatdelen zijn opgebouwd uit een naar binnen zwenkende met rocailles versierde krul, die bobenaan overgaat in het borstbeeld van een vrouw.