De gegoten ronde vijzel verbreedt zich naar boven toe en heeft een uitkragende geprofileerde rand. De wand is door negen uitstekende, met drie noppen versierde ribben, verticaal verdeeld. Deze staan door een parelrand over het midden met elkaar in verbinding. Daaronder en -boven zijn reliëfs aangebracht; een hartvorm met daarin Maria met kind (?) met een schelp als achtergrond in de onderste rij, en onder andere Jacobus de Meerdere, Barbara, en het hoofd van Johannes de Doper bovenaan. Het uitkragende gedeelte is versierd met een rand met negen driepassen, een parelrand met negen kralen, en een rand met zesbladige rozen.