Kan met twee eikels op de duimgreep

De kan is samengesteld uit de volgende delen: de romp, het deksel (gegoten en afgedraaid), het handvat, de tuit en de duimrust (gegoten). De cylindervormige romp heeft een bolvormig bovendeel en verbreedt zich onderaan. De bodem heeft een centerpunt. De romp heeft in het midden van de onderste helft een brede rib, geflankeerd door twee smalle ribben, alsmede twee smalle ribben resp. boven en onderaan. In de zich naar boven toe verbredende overgang naar het bolvormige gedeelte van de romp wordt enigszins de vorm van de verbreding onderaan herhaald. Het bolvormig gedeelte wordt aan de voorkant van boven tot onder ontsloten door de spits toelopende van boven platte tuit. Daarvoor is aan de binnenkant een kleine driehoekige opening uitgespaard. De tuit reikt aan de bovenkant tegen de korte hals, die in een wat uitstekende liprand eindigt. Daartegen is het handvat bevestigd, dat boven min of meer rond is en onder met stompe hoek naar binnen knikt en vervolgens naar beneden buigt. Tegen de liprand bevindt zich op het handvat het eenkakige scharnier voor het min of meer bolvormig deksel. Het platte veld bovenop wordt omsloten door een dubbele rib en heeft in het midden het centergat. De duimrust wordt gevormd door twee eikels.

Kan met twee eikels op de duimgreep

De kan is samengesteld uit de volgende delen: de romp, het deksel (gegoten en afgedraaid), het handvat, de tuit en de duimrust (gegoten). De cylindervormige romp heeft een bolvormig bovendeel en verbreedt zich onderaan. De bodem heeft een centerpunt. De romp heeft in het midden van de onderste helft een brede rib, geflankeerd door twee smalle ribben, alsmede twee smalle ribben resp. boven en onderaan. In de zich naar boven toe verbredende overgang naar het bolvormige gedeelte van de romp wordt enigszins de vorm van de verbreding onderaan herhaald. Het bolvormig gedeelte wordt aan de voorkant van boven tot onder ontsloten door de spits toelopende van boven platte tuit. Daarvoor is aan de binnenkant een kleine driehoekige opening uitgespaard. De tuit reikt aan de bovenkant tegen de korte hals, die in een wat uitstekende liprand eindigt. Daartegen is het handvat bevestigd, dat boven min of meer rond is en onder met stompe hoek naar binnen knikt en vervolgens naar beneden buigt. Tegen de liprand bevindt zich op het handvat het eenkakige scharnier voor het min of meer bolvormig deksel. Het platte veld bovenop wordt omsloten door een dubbele rib en heeft in het midden het centergat. De duimrust wordt gevormd door twee eikels.