Het voorwerp is samengesteld uit de volgende gegoten delen: de ketel (waarvan de tuiten en de hengselaanzetten zijn bijgestoken), het hengsel, de haak, de ring. De ketel heeft een platbolle vorm en een enigszins holronde kraag, die daarmee een scherpe hoek maakt. De twee gebogen in doorsnede zeshoekige tuiten zijn in elkaars verlengde geplaatst. De einden hebben de vorm van dierenkoppen. Loodrecht daarop bevinden zich tegen de kraag, ter hoogte van de scherpe rand, de twee hengselaanzetten in de vorm van vrouwenkopjes. Het ronde, in doorsnede rechthoekige, met profileringen versierde hengsel heeft in het middendeel een verbreding met een oog, waarin de haak met de hangring zijn aangebracht.