Het voorwerp bestaat uit een ronde smeedijzeren stang, een hangring met smeedijzeren oog, een splitpen van koperplaat, en de volgende gegoten en op de draaibank bewerkte delen van geel koper: het stamdeel met de standring, de bol, de knop, zes armen met de erbij behorende vetvangers (twee ontbreken), kaarsenhouders en pinnen (vier ontbreken). Het stamdeel heeft de vorm van een zesvlakkige baluster of vaas met daaronder de standring, waarvan de openingen met één t/m zes punten zijn gemerkt. De eikelvormige bol heeft een gegraveerd Hebreeuws opschrift. De geprofileerde knop eindigt in een klein knopje en is bevestigd aan de stang met bovenaan het oog voor de splitpen. De armen, die op de aanzetten met één punt of drie t/m zes punten zijn gemerkt, zijn S-vormig, hebben krullen op het eind aan de stamzijde en gaan naar buiten toe over in een verdikking met een schroefgat. Daarin zijn kaarsenhouders met de vetvangers vastgezet. De ronde houders hebben een holrond voetstuk, versmallen zich naar boven toe en hebben vervolgens een uitstekende rand. Enkele hebben in de wand een gaatje om het kaarsvet te verwijderen. De vetvangers hebben aan de bovenkant een gegroefde ring. De ongemerkte arm en enkele houders van gering afwijkende vorm zijn misschien toegevoegd.