De kandelaar is samengesteld uit de volgende delen: de voet, de stam met de H. Christophorus, de twee vetvangers en de twee kaarsenhouders. De lage ronde, met gegroefde ringen versierde voet, loopt uit in een standring. Deze heeft bovenaan een opstaand randje, waardoor het horizontale vlak van de voet als vetvanger dienst kan doen. De voet verhoogt zich naar het midden toe en heeft aldaar een door een ronde rand omgeven gat, waarin de stam is geschoefd. Deze is onderaan zeshoekig en voorzien van een basis en een kapiteel. Hierop staat de barrevoets gaande H. Christophorus, die het Christuskind op de schouders draagt. Het voetstuk waarop de H. Christophorus is geplaatst heeft een uitsteeksel, waarin de boom is gestoken, die aan de rechter arm van de heilige is geschroefd. De boom heeft twee takken, waarin aan de uiteinden de kaarsenhouders op de vetvangers zijn geschroefd. De heilige draagt een tot aan de knieën reikende mantel, waarvan de boorden zijn gegranuleerd, en een riem, die met rondjes is verlevendigd. Het Christuskind draagt een mantel waarvan de zoom en de kraag gegranuleerd zijn. De ronde vetvangers zijn aan de onderzijde (verschillend) van ringen voorzien. De geprofileerde kaarsenhouders zijn zesvlakkig en telkens voorzien van een staande rechthoekige en een ronde opening. Deze zijn geplaatst op verticale zeshoekige verbindingsstukken. De boomstam is ter hoogte van de rechter hand van Christoffel gebroken geweest, aldaar gedeeltelijk vernieuwd en met een ijzeren schroef in de arm bevestigd.