In het ornament op de drie zijden van de voet bevindt zich in het midden een drakenkop, van waaruit het rankenornament ontspruit, waarin op iedere hoek een figuurtje is opgenomen. De driezijdige voet vormde oorspronkelijk de basis van een kandelaar, die bovenaan uit een nodus, vetvanger en kaarsenpin bestond. Deze zijn vermoedelijk in de vijftiende eeuw of later vervangen door een ronde stam met twee knopen en een nagenoeg cylindrsiche kaarsenhouder met twee openingen in de vorm van staande rechthoeken. Aan de onderkant van de voet is de stam met tin gesoldeerd.