Aquamanile in the form of a lion

Het in cire perdue-techniek gegoten en vervolgens gedeeltelijk bijgeciseleerde voorwerp, waarvan de details zijn uitgestoken, gegraveerd of geponst, heeft de vorm van een leeuw. Deze heeft op de rug een draak, die als handvat dienst doet. De leeuw heft zijn kop op en spert de muil open, zodat vier slagtanden zichtbaar zijn en de tong uit de bek hangt. De ogen zijn opgebouwd uit drie concentrische naar binnen toe telkens iets hoger liggende ovalen met in het kleinste ovaal een uitgestoken gat als pupil. Tussen de twee afstaande oren is in de kop een vierkant gat gezaagd en is de aanzet voor een scharnierbevestiging van de ontbrekende klep waar te nemen. Door het gat kon het voorwerp met water worden gevuld. Kop, hals en het voorste deel van de romp zijn bedekt met grove maan- en vachtlokken. De voorpoten van het dier zijn aan de buiten- en achterkant verlevendigd door telkens vier paar haarplukken, de achterpoten op overeenkomstige wijze door drie stel haarplukken. De poten eindigen in klauwen, die duidelijk zijn uitgesneden, waarbij telkens de overgang van poot naar klauw door een uitstekende rand is aangegeven. De draak heeft zijn kop met twee oren en nog maar één tong omgewend. Met zijn twee voorpoten steunt hij op de vacht van de leeuw. De staart van de draak gaat over in een krul, die eindigt in een vijfblad. Op het achtereind van de leeuw zijn twee haarplukken waar te nemen. De staart van de leeuw is afgebroken. Zij was vermoedelijk omhoog gericht en stond in verbinding met de staart van de draak. De klep op de kop van de leeuw ontbreekt. Een klein gat tussen de vachtlokken op de borst is vermoedelijk na de verwijdering van de gietkern dichtgemaakt. De linkervoorpoot is mogelijk afgebroken geweest. In 1982 is de verbogen tuit hersteld en is het rechteroor opnieuw ingesoldeerd

Aquamanile in the form of a lion

Het in cire perdue-techniek gegoten en vervolgens gedeeltelijk bijgeciseleerde voorwerp, waarvan de details zijn uitgestoken, gegraveerd of geponst, heeft de vorm van een leeuw. Deze heeft op de rug een draak, die als handvat dienst doet. De leeuw heft zijn kop op en spert de muil open, zodat vier slagtanden zichtbaar zijn en de tong uit de bek hangt. De ogen zijn opgebouwd uit drie concentrische naar binnen toe telkens iets hoger liggende ovalen met in het kleinste ovaal een uitgestoken gat als pupil. Tussen de twee afstaande oren is in de kop een vierkant gat gezaagd en is de aanzet voor een scharnierbevestiging van de ontbrekende klep waar te nemen. Door het gat kon het voorwerp met water worden gevuld. Kop, hals en het voorste deel van de romp zijn bedekt met grove maan- en vachtlokken. De voorpoten van het dier zijn aan de buiten- en achterkant verlevendigd door telkens vier paar haarplukken, de achterpoten op overeenkomstige wijze door drie stel haarplukken. De poten eindigen in klauwen, die duidelijk zijn uitgesneden, waarbij telkens de overgang van poot naar klauw door een uitstekende rand is aangegeven. De draak heeft zijn kop met twee oren en nog maar één tong omgewend. Met zijn twee voorpoten steunt hij op de vacht van de leeuw. De staart van de draak gaat over in een krul, die eindigt in een vijfblad. Op het achtereind van de leeuw zijn twee haarplukken waar te nemen. De staart van de leeuw is afgebroken. Zij was vermoedelijk omhoog gericht en stond in verbinding met de staart van de draak. De klep op de kop van de leeuw ontbreekt. Een klein gat tussen de vachtlokken op de borst is vermoedelijk na de verwijdering van de gietkern dichtgemaakt. De linkervoorpoot is mogelijk afgebroken geweest. In 1982 is de verbogen tuit hersteld en is het rechteroor opnieuw ingesoldeerd