Kop van een heilige, waarschijnlijk een deel van een reliquiarium

De uit één stuk geslagen of gedreven kop stelt het hoofd van een nog jeugdige man voor, met een geschoren gelaat en met een kapsel, dat tot de nek en juist tot op de oren reikt. Dit bestaat aan de achterkant en de zijkanten van het hoofd uit twee rijen krullende lokken, welke links en rechts boven het voorhoofd samenkomen. Het wordt midden voor afgesloten door drie krullende lokken, die één geheel vormen. Ogen, neus, mond en wangplooien zijn scherp geprofileerd aangegeven. De wenkbrauwen schijnen bijna door te lopen en worden slechts even door enige fronsrimpels onderbroken. Op het voorhoofd zijn drie horizontale rimpels aangegeven. De kop staat recht op de hals. De twee scharniergedeelten, die op de aanzetten van de lokken op het voorhoofd en tegen het achterhoofd zijn aangebracht, geven aan, dat het kale hoofd bedekt is geweest. De lokken zijn verguld en gegraveerd. Op gezicht, schedel en hals bevinden zich sporen van polychromie. Aan de binnenkant van de kop zijn in de lokken drie puntige uitsteeksels waar te nemen. Misschien zijn zij door de maker van het voorwerp bij een herstelling aangebracht. Scheuren doen zich voor in het gezicht (o.a. bij de kin en de mondhoeken), in het kapsel (op het voorhoofd, opzij en achter) en in de nek (rechts achter). Aan de binnenkant is de rand van de hals verstevigd met stukken rood koper, aan de voorkant in het midden en aan beide zijden van de achterkant. Drie gaatjes bevinden zich tegen de rand, aan de voorkant twee aan weerszijden, één in het midden aan de achterkant.

Kop van een heilige, waarschijnlijk een deel van een reliquiarium

De uit één stuk geslagen of gedreven kop stelt het hoofd van een nog jeugdige man voor, met een geschoren gelaat en met een kapsel, dat tot de nek en juist tot op de oren reikt. Dit bestaat aan de achterkant en de zijkanten van het hoofd uit twee rijen krullende lokken, welke links en rechts boven het voorhoofd samenkomen. Het wordt midden voor afgesloten door drie krullende lokken, die één geheel vormen. Ogen, neus, mond en wangplooien zijn scherp geprofileerd aangegeven. De wenkbrauwen schijnen bijna door te lopen en worden slechts even door enige fronsrimpels onderbroken. Op het voorhoofd zijn drie horizontale rimpels aangegeven. De kop staat recht op de hals. De twee scharniergedeelten, die op de aanzetten van de lokken op het voorhoofd en tegen het achterhoofd zijn aangebracht, geven aan, dat het kale hoofd bedekt is geweest. De lokken zijn verguld en gegraveerd. Op gezicht, schedel en hals bevinden zich sporen van polychromie. Aan de binnenkant van de kop zijn in de lokken drie puntige uitsteeksels waar te nemen. Misschien zijn zij door de maker van het voorwerp bij een herstelling aangebracht. Scheuren doen zich voor in het gezicht (o.a. bij de kin en de mondhoeken), in het kapsel (op het voorhoofd, opzij en achter) en in de nek (rechts achter). Aan de binnenkant is de rand van de hals verstevigd met stukken rood koper, aan de voorkant in het midden en aan beide zijden van de achterkant. Drie gaatjes bevinden zich tegen de rand, aan de voorkant twee aan weerszijden, één in het midden aan de achterkant.