Vouwwaaier met blad waarop in aquarel Vertumnus & Pomona, op een gesneden en van bladzilver en - goud voorzien montuur van parelmoer

Vouwwaaier met blad waarop in aquarel Vertumnus & Pomona, op een gesneden en van bladzilver en - goud voorzien montuur van parelmoer. 22 aaneengesloten benen, uitgesneden en ajour bewerkt. Het perkamenten blad is beschilderd met waterverf. Ovidius (43 v. Chr.-18 n. Chr.) verhaalt in zijn 'Metamorfosen' (XIV:623-771) van de talloze gedaanten die de god Vertumnus moest aannnemen voordat hij de nimf Pomona voor zich kon winnen. pas nadat hij in de gestalte van een oud vrouwtje een pleidooi voor de liefde had gehouden en daarna de gedaante van een jongeman aannam, werd Pomona de zijne. De voorzijde van de waaier is een Bloemaert-achtige voorstelling. Op de achterzijde van het blad staan een herder en een herdinnetje afgebeeld in een Boucher-achtige voorstelling. Op de voorzijde van het blad zorgt een bijzonder fijn geschilderde, ornamentele rand waaronder in de linkerhoek twee meerminen en in de rechterhoek een hert gevolgd door een hond, voor de overgang tussen de voorstelling en de montuur. Het montuur is opvallend versierd met slingerende linten, waartussen in dit geval bloemen en insekten. In het centrale veld hoogstwaarschijnlijk het tekenen van een huwelijkscontract. Door de aanwezigheid van de koppelaarster wordt een verbinding gelegd met de scène op het blad bij Vertumnus, in de gedaante van een oud vrouwtje, optrad als zijn eigen koppelaarster. [zie lit. 1992]

Vouwwaaier met blad waarop in aquarel Vertumnus & Pomona, op een gesneden en van bladzilver en - goud voorzien montuur van parelmoer

Vouwwaaier met blad waarop in aquarel Vertumnus & Pomona, op een gesneden en van bladzilver en - goud voorzien montuur van parelmoer. 22 aaneengesloten benen, uitgesneden en ajour bewerkt. Het perkamenten blad is beschilderd met waterverf. Ovidius (43 v. Chr.-18 n. Chr.) verhaalt in zijn 'Metamorfosen' (XIV:623-771) van de talloze gedaanten die de god Vertumnus moest aannnemen voordat hij de nimf Pomona voor zich kon winnen. pas nadat hij in de gestalte van een oud vrouwtje een pleidooi voor de liefde had gehouden en daarna de gedaante van een jongeman aannam, werd Pomona de zijne. De voorzijde van de waaier is een Bloemaert-achtige voorstelling. Op de achterzijde van het blad staan een herder en een herdinnetje afgebeeld in een Boucher-achtige voorstelling. Op de voorzijde van het blad zorgt een bijzonder fijn geschilderde, ornamentele rand waaronder in de linkerhoek twee meerminen en in de rechterhoek een hert gevolgd door een hond, voor de overgang tussen de voorstelling en de montuur. Het montuur is opvallend versierd met slingerende linten, waartussen in dit geval bloemen en insekten. In het centrale veld hoogstwaarschijnlijk het tekenen van een huwelijkscontract. Door de aanwezigheid van de koppelaarster wordt een verbinding gelegd met de scène op het blad bij Vertumnus, in de gedaante van een oud vrouwtje, optrad als zijn eigen koppelaarster. [zie lit. 1992]