Een omlijsting met verschillende wapens van Amsterdamse regeringsleden wordt middenboven gekroond door de personificatie van het bestuur van Amsterdam (Politia). Haar hand rust op een met zeilschip versierd roer, onder haar arm draagt ze een boek. Links van Politia wordt de geblinddoekte Rechtvaardigheid (weegschaal) gevolgd door Voorzichtigheid (spiegel). Schuin onder dit tweetal wijst Vader Tijd (gevleugelde zandloper) op de verschillende wapens in de omlijsting. Onder hem staat de gepersonifieerde overvloed met vruchten en koren in haar handen bij twee putti die pijlen samenbundelen, symbool van eenheid. Rechts van Politia staat Minerva die de wijsheid met een olijftak symboliseert, naast haar vliegt de bazuin blazende Faam. Onder de Faam verbrandt een putto met zijn toorts de gepersonifieerde oorlog en ligt de kermende Tweedracht vastgeketend.