Allegorische scènes van Vlaamse spreekwoorden met betrekking op de luiheid

In een vertrek zit Jan Slechthoofd een luit te stemmen. Voor hem een oude vrouw (Vrouw Langneus) met een snaarloze luit in de handen. Een tweede vrouw staat achter hem en legt de rechterhand op zijn schouder. Met de linker wijst ze naar de deuropening waarin een vrouw met een lap voor haar oog en een snaarloze luit in de handen en een kind op een stokpaard verschijnen. Boven de schoorsteen is een prent van Hans Sebald Beham met dansende boeren bevestigd. Met onderschrift van 2 regels in het Nederlands: Meester Jan Slecht hoo[f]t, wilt mijn luite versnaren...(de luit versnaren of de luit stellen = geslachtsgemeenschap hebben). De luithersteller antwoordt: Ick en sal, vrou Langneuse, laet mij ongequelt, want ick moetse voor Modder Muijlken bewaren, die hadde haer luijte oock seer geerne gestelt. (Moddermuilen = tongzoenen en Modermuijlken, kennelijk een koosnaampje voor de jonge vrouw die achter de luithersteller staat.)

Allegorische scènes van Vlaamse spreekwoorden met betrekking op de luiheid

In een vertrek zit Jan Slechthoofd een luit te stemmen. Voor hem een oude vrouw (Vrouw Langneus) met een snaarloze luit in de handen. Een tweede vrouw staat achter hem en legt de rechterhand op zijn schouder. Met de linker wijst ze naar de deuropening waarin een vrouw met een lap voor haar oog en een snaarloze luit in de handen en een kind op een stokpaard verschijnen. Boven de schoorsteen is een prent van Hans Sebald Beham met dansende boeren bevestigd. Met onderschrift van 2 regels in het Nederlands: Meester Jan Slecht hoo[f]t, wilt mijn luite versnaren...(de luit versnaren of de luit stellen = geslachtsgemeenschap hebben). De luithersteller antwoordt: Ick en sal, vrou Langneuse, laet mij ongequelt, want ick moetse voor Modder Muijlken bewaren, die hadde haer luijte oock seer geerne gestelt. (Moddermuilen = tongzoenen en Modermuijlken, kennelijk een koosnaampje voor de jonge vrouw die achter de luithersteller staat.)