Twee bijbelse allegorieën in architecturale omlijsting. Links dragen de personificatie van Vernuft en de Mens, de personificatie van Goede Werken op een baar, als in een processie. Het vertrouwen van de Mens op Goede Werken duidt op zijn goddeloosheid. Rechts wordt de Mens overvallen door personificaties van Zonde en de Eeuwige Dood, terwijl hij door de personificatie van Goede Werken, gekleed als non en met de pelgrimsattributen van jakobsschelp en staf, wordt verlaten. Onder beide voorstellingen een vierregelig vers in het Nederduits en een vierregelige tekst in het Latijn. Nummer 15 en 16 uit een reformatorische serie over de zondigheid en rechtvaardiging van de mens.