Allegorie op de spraak

In het midden de gezeten personificatie van Spraak, gekleed in een jurk waarop het alfabet en twee oren. In haar schoot een schedel. Een putto staat naast haar en legt een vinger op zijn lippen, het teken voor zwijgen. Achter hem een steen met de titel van het boekwerk. Op de voorgrond een ovaal medaillon met het portret van Pythagoras. In de lucht vliegen vogels. Twee van vogels dragen een lange stok mee. Een schildpad heeft zich vastgebeten in deze stok. Links tegen de wand de portretten van Salomo, de apostel Jacobus en Erasmus.

Allegorie op de spraak

In het midden de gezeten personificatie van Spraak, gekleed in een jurk waarop het alfabet en twee oren. In haar schoot een schedel. Een putto staat naast haar en legt een vinger op zijn lippen, het teken voor zwijgen. Achter hem een steen met de titel van het boekwerk. Op de voorgrond een ovaal medaillon met het portret van Pythagoras. In de lucht vliegen vogels. Twee van vogels dragen een lange stok mee. Een schildpad heeft zich vastgebeten in deze stok. Links tegen de wand de portretten van Salomo, de apostel Jacobus en Erasmus.