Simson werd door de Filistijnen gehoond. Uit woede hierover slaat hij een grote groep mannen met een ezelskaak neer. Rechts is te zien hoe Simson vervolgens water drinkt uit de ezelskaak om zijn dorst te lessen. (De juiste lezing is dat God in de kom van het dal bij Lechi de aarde liet openbarsten. Er kwam water uit en Simson dronk ervan, zodat hij weer helemaal op krachten kwam.) Op de achtergrond is de aanleiding voor de strijd uitgebeeld: Simson zet de korenvelden van de Filistijnen in vlammen met behulp van vossen die met brandende fakkels door de velden lopen. Geheel op de achtergrond Simson die de poorten van Gaza draagt.