Kogelboog (bati willu) bestaande uit een bamboe boog en een pees die uit twee koorden bestaat. De boog is aan de binnenzijde plat afgesneden en aan de uiteinden puntig. De twee koorden van de pees worden in het midden uit elkaar gehouden door een klein stukje hout en touw dat om de twee koorden heen is gespannen. Aan de pees zijn twee lussen van gedraaid koord, aan iedere kant één, bevestigd. Om de boog te spannen worden deze lussen om de puntige uiteinden van de boog gelegd. De boog is in het midden omwikkeld met dun zwartgekleurd band dat volgens Niggemeyer van de cocon van de wilde zijderups Antheraea mylitta is gemaakt. De lussen aan de pees zijn gemaakt van de bast van de klimplant Bauhinia vahlii, lokaal Siali of Siyali genaamd. Met deze boog worden kleine klei kogeltjes afgeschoten om vogels en andere dieren van de bebouwde velden weg te jagen.