Note in Arabic detailing payments to the poor

In het Arabisch geschreven notitie over de betaling van aalmoezen in geld en goederen aan een man en elf vrouwen. De anonieme afzender geeft iemand anders, waarschijnlijk een dienaar of helper, instructies om deze betalingen te doen. De tekst bestaat uit twee delen die in hetzelfde handschrift maar met verschillende pen zijn geschreven.<BR> <BR> Het eerste deel opent met de basmala, de formule 'In de naam van God, de Barmhartige, de Erbarmer' (bismillah ar-rahman ar-rahiem). Daarna volgen instructies om een slavin of dienares vlees, komkommers, bonen en brood te geven. De schrijver sluit dit deel af met een zegenwens voor de ontvanger, die eveneens anoniem blijft, en een zegenwens aan het adres van de profeet Mohammed, klaarblijkelijk om te laten zien dat hij moslim is (Sijpesteijn 2012: 290). Het tweede deel is met een dikkere pen geschreven en bestaat uit een lijst van tien vrouwen en één man, allen met islamitische namen, die elk of samen het bedrag van één dirham krijgen.<BR> <BR> Het gebruikte handschrift is eenvoudig en kenmerkend voor de 9e eeuw (3e eeuw van de islamitische jaartelling). Er is veelvuldig gebruik gemaakt van diakritische tekens, iets wat kenmerkend is voor privédocumenten uit deze tijd. Het achterwege laten van uitgebreide zegenwensen aan het adres van de ontvanger duidt erop dat het om een snel geschreven notitie gaat. De twee delen zijn hoogstwaarschijnlijk op hetzelfde moment verstuurd, maar verwijzen duidelijk naar verschillende gelegenheden. Misschien zijn de twee delen wel door dezelfde klerk geschreven, maar niet tegelijkertijd door de afzender gedicteerd (Sijpesteijn 2012: 291).<BR> <BR> Liefdadigheid is een religieuze plicht in de islam. Het betalen van een verplichte belasting ten bate van de armen (zakat) is een van de vijf zuilen van de islam. Daarnaast is het geven van vrijwillige giften en aalmoezen (sadaqa) een goede daad. Dit document verwijst naar deze vrijwillige vorm van liefdadigheid. In middeleeuws Egypte waren vrouwen vaker afhankelijk van aalmoezen dan mannen. Vooral alleenstaande vrouwen, zoals weduwen en anderen die niet langer konden rekenen op een mannelijk hoofd van de huishouding, waren op liefdadigheid aangewezen. Hoewel lijsten met donaties uit deze tijd zeer zeldzaam zijn, komen ook op andere lijsten vaker vrouwen dan mannen voor. De systematische, routineuze manier waarop de lijst in het tweede deel van dit document is samengesteld, duidt erop dat het niet om eenmalige donaties gaat maar om de periodieke betaling van aalmoezen door een relatief welgestelde moslim (Sijpesteijn 2012: 292).<BR> <BR> De vertaling van de tekst luidt (voor de Arabische tekst en Engelse vertaling zie Sijpesteijn 2012):<BR> “'In de naam van God, de Barmhartige, de Erbarmer / zorg ervoor, wanneer de slavin komt, om vlees, twee komkommers, bonen en een brood voor haar te pakken / en als de zuster van ‘Ubays komt (laat het mij weten?) want ik schaam mij om haar onder ogen te komen / Moge vrede met je zijn en moge je omringd worden door gezondheid / God zegene Mohammed, de profeet, en geve hem vrede / ‘Aysha, de dochter van Shutta en haar dochter, een dirham / en de vrouw van Abu al-Hurr, een dirham. De dochter van Daja, een dirham / De vrouw van Abu al-Fida en Amruna, een dirham. De moeder van / ‘Abd Allah en ‘Ulla dochter van Husayn, een dirham. Makiyya, / de arme vrouw, een dirham. Zayn en Sa’duna, / een dirham.”<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Zwarte inkt op lichtbruin papyrus van goede kwaliteit. Met pen geschreven, het eerste deel van de tekst met een vrij dunne pen en het tweede deel met een dikkere pen. Het vel papyrus is op een ondergrond van wit textiel geplakt. Hierdoor zijn twee regels tekst die op de achterkant van het document zijn geschreven onleesbaar geworden.

Note in Arabic detailing payments to the poor

In het Arabisch geschreven notitie over de betaling van aalmoezen in geld en goederen aan een man en elf vrouwen. De anonieme afzender geeft iemand anders, waarschijnlijk een dienaar of helper, instructies om deze betalingen te doen. De tekst bestaat uit twee delen die in hetzelfde handschrift maar met verschillende pen zijn geschreven.<BR> <BR> Het eerste deel opent met de basmala, de formule 'In de naam van God, de Barmhartige, de Erbarmer' (bismillah ar-rahman ar-rahiem). Daarna volgen instructies om een slavin of dienares vlees, komkommers, bonen en brood te geven. De schrijver sluit dit deel af met een zegenwens voor de ontvanger, die eveneens anoniem blijft, en een zegenwens aan het adres van de profeet Mohammed, klaarblijkelijk om te laten zien dat hij moslim is (Sijpesteijn 2012: 290). Het tweede deel is met een dikkere pen geschreven en bestaat uit een lijst van tien vrouwen en één man, allen met islamitische namen, die elk of samen het bedrag van één dirham krijgen.<BR> <BR> Het gebruikte handschrift is eenvoudig en kenmerkend voor de 9e eeuw (3e eeuw van de islamitische jaartelling). Er is veelvuldig gebruik gemaakt van diakritische tekens, iets wat kenmerkend is voor privédocumenten uit deze tijd. Het achterwege laten van uitgebreide zegenwensen aan het adres van de ontvanger duidt erop dat het om een snel geschreven notitie gaat. De twee delen zijn hoogstwaarschijnlijk op hetzelfde moment verstuurd, maar verwijzen duidelijk naar verschillende gelegenheden. Misschien zijn de twee delen wel door dezelfde klerk geschreven, maar niet tegelijkertijd door de afzender gedicteerd (Sijpesteijn 2012: 291).<BR> <BR> Liefdadigheid is een religieuze plicht in de islam. Het betalen van een verplichte belasting ten bate van de armen (zakat) is een van de vijf zuilen van de islam. Daarnaast is het geven van vrijwillige giften en aalmoezen (sadaqa) een goede daad. Dit document verwijst naar deze vrijwillige vorm van liefdadigheid. In middeleeuws Egypte waren vrouwen vaker afhankelijk van aalmoezen dan mannen. Vooral alleenstaande vrouwen, zoals weduwen en anderen die niet langer konden rekenen op een mannelijk hoofd van de huishouding, waren op liefdadigheid aangewezen. Hoewel lijsten met donaties uit deze tijd zeer zeldzaam zijn, komen ook op andere lijsten vaker vrouwen dan mannen voor. De systematische, routineuze manier waarop de lijst in het tweede deel van dit document is samengesteld, duidt erop dat het niet om eenmalige donaties gaat maar om de periodieke betaling van aalmoezen door een relatief welgestelde moslim (Sijpesteijn 2012: 292).<BR> <BR> De vertaling van de tekst luidt (voor de Arabische tekst en Engelse vertaling zie Sijpesteijn 2012):<BR> “'In de naam van God, de Barmhartige, de Erbarmer / zorg ervoor, wanneer de slavin komt, om vlees, twee komkommers, bonen en een brood voor haar te pakken / en als de zuster van ‘Ubays komt (laat het mij weten?) want ik schaam mij om haar onder ogen te komen / Moge vrede met je zijn en moge je omringd worden door gezondheid / God zegene Mohammed, de profeet, en geve hem vrede / ‘Aysha, de dochter van Shutta en haar dochter, een dirham / en de vrouw van Abu al-Hurr, een dirham. De dochter van Daja, een dirham / De vrouw van Abu al-Fida en Amruna, een dirham. De moeder van / ‘Abd Allah en ‘Ulla dochter van Husayn, een dirham. Makiyya, / de arme vrouw, een dirham. Zayn en Sa’duna, / een dirham.”<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Zwarte inkt op lichtbruin papyrus van goede kwaliteit. Met pen geschreven, het eerste deel van de tekst met een vrij dunne pen en het tweede deel met een dikkere pen. Het vel papyrus is op een ondergrond van wit textiel geplakt. Hierdoor zijn twee regels tekst die op de achterkant van het document zijn geschreven onleesbaar geworden.