Zilveren Rumphius gedenkpenning

In 1902 was het precies tweehonderd jaar geleden dat Rumphius overleed, op 15 juni 1702. Het Koloniaal Museum te Haarlem nam het initiatief tot een grootse herdenking van het leven en werk van deze wetenschapper. Zo werd door hen datzelfde jaar de zogenaamde 'Rumphius-medaille' uitgegeven tesamen met het Rumphius-gedenkboek. 'Vertrouwen wij, dat dit Gedenkboek tot de kennis en de waardeering van Rumphius zal bijdragen, zoo hopen wij, dat de Medaille niet alleen een schoon en blijvend herinneringsstuk zal zijn, doch ook, dat zij nog eene hoogere wijding zal kunnen verwerven.' De medaille werd ontworpen naar een tekening van Johan Huizinga (zie inv.nr. 3401-1563) en zowel in brons (303-3 en 1810-6) als in zilver (onderhavig exemplaar) geslagen. In de collectie van het Tropenmuseum bevindt zich tevens het gipsreliëf waarnaar de medaille is vervaardigd, zie inventarisnummer 3401-1433a,b.<BR> De voorzijde van de medaille werd als volgt beschreven in het Rumphius-gedenkboek: 'De voorzijde vertoont het borstbeeld van G. E. Rumphius in den tijd zijner blindheid, naar het bekende portret, dat door zijn' zoon geteekend werd, en dat als kopergravure de beide groote gedrukte werken van Rumphius siert, nl. het Ambonsche Kruidboek en de Ambonsche Rariteitkamer. Onder zijne beeltenis staat de titel, aan Rumphius in den jare 1681 door de „Academia Naturae Curiosorum" gegeven, nl. PUNIIIS INDICUS. (Naar den Romeinschen schrijver eener encyclopaedische „Historia Naturalis", nl. Cajus Plinius Secundus, die in 79 n. C. bij de uitbarsting van den Vesuvius omkwam). Het Latijnsche vers, hetwelk de voorkant der medaille te lezen geeft, is, met eene kleine wijziging, het bijschrift voor Rumphius 1 portret, dat door den toenmaligen gouverneur van Amboina N. Schaghen in 1695 werd vervaardigd : Caecus habens oculos tam gnavae mentis acutos, ut nemo melius detegat aut videat: Rumphius hic vultu est Germanus origine, totus Belga fide et calamo: caetera dicit opus. In eene vrije overzetting (van Dr. A. H. G.) luidt dit versje als volgt: Blind was 't lichaamlijk oog, doch helder 't kloek verstand van hem, wiens groot vernuft nog niemand evenaarde. Zijn naam is Rumphius; was Duitsch 't geboorteland, Hollandsch was hart en taal; zijn werk tuigt U zijn waarde.'<BR> De keerzijde 'geeft eene silhouette van de plaats, waar Rumphius het grootste gedeelte van zijn leven doorbracht, en waar zijne beroemde werken ontstaan zijn: het eiland Amboina. Het levendig gezicht op Ambon's reede, met kasteel en stad, en met de bergen op den achtergrond, is ontleend aan eene plaat in de eerste uitgave van het boek van "Wouter Schouten van Haarlem: Gedenkwaardige Reysen naar Oost-lndiën (Amsterdam, 1676). Boven leest men, als het doel aanwijzend opschrift der medaille : In memoriam Georgii Everhardi T{umphii duobus ante saeculis vita defuncli. Onder staan terzijde de wapens van zijne vaderstad Hanau aan den Mam, met het vermoedelijk jaar zijner geboorte (1627), en aan de andere zijde, daar Amboina geen eigen wapen heeft, het door J. P. Coen ingesteld en als algemeen geldend aangenomen Nederlandsch-lndisch wapen, nl. het zwaard en de lauwerkrans, met het jaartal van Rumphius' overlijden (1702). Tusschen deze beide wapens, omgeven van een takje van den Molukschen kruidnagelboom (Caryophyllus aromaticus), leest men de titels zijner in druk uitgegeven werken, nl. het Ambonsche Kruidboek en de Rariteitkamer, voorts van die geschriften, welke alleen in handschrift en kopijen bewaard worden, nl. de Ambonsche Historie en de Landbeschrijving, en ten slotte van de boeken, die slechts ten deele tot ons kwamen, nl. die over Land-, Luchten Zeegedierte. De medaille draagt het jaartal van de herdenking en de vervaardiging (1902), en den naam der instelling, die haar liet slaan, nl. het Koloniaal Museum te Haarlem.' <BR> Naast de medaille en het gedenkboek wijdde het Koloniaal Museum ook een tentoonstelling aan Rumphius en organiseerde zij festiviteiten om zijn werk onder de aandacht te brengen bij het Nederlandse publiek.

Zilveren Rumphius gedenkpenning

In 1902 was het precies tweehonderd jaar geleden dat Rumphius overleed, op 15 juni 1702. Het Koloniaal Museum te Haarlem nam het initiatief tot een grootse herdenking van het leven en werk van deze wetenschapper. Zo werd door hen datzelfde jaar de zogenaamde 'Rumphius-medaille' uitgegeven tesamen met het Rumphius-gedenkboek. 'Vertrouwen wij, dat dit Gedenkboek tot de kennis en de waardeering van Rumphius zal bijdragen, zoo hopen wij, dat de Medaille niet alleen een schoon en blijvend herinneringsstuk zal zijn, doch ook, dat zij nog eene hoogere wijding zal kunnen verwerven.' De medaille werd ontworpen naar een tekening van Johan Huizinga (zie inv.nr. 3401-1563) en zowel in brons (303-3 en 1810-6) als in zilver (onderhavig exemplaar) geslagen. In de collectie van het Tropenmuseum bevindt zich tevens het gipsreliëf waarnaar de medaille is vervaardigd, zie inventarisnummer 3401-1433a,b.<BR> De voorzijde van de medaille werd als volgt beschreven in het Rumphius-gedenkboek: 'De voorzijde vertoont het borstbeeld van G. E. Rumphius in den tijd zijner blindheid, naar het bekende portret, dat door zijn' zoon geteekend werd, en dat als kopergravure de beide groote gedrukte werken van Rumphius siert, nl. het Ambonsche Kruidboek en de Ambonsche Rariteitkamer. Onder zijne beeltenis staat de titel, aan Rumphius in den jare 1681 door de „Academia Naturae Curiosorum" gegeven, nl. PUNIIIS INDICUS. (Naar den Romeinschen schrijver eener encyclopaedische „Historia Naturalis", nl. Cajus Plinius Secundus, die in 79 n. C. bij de uitbarsting van den Vesuvius omkwam). Het Latijnsche vers, hetwelk de voorkant der medaille te lezen geeft, is, met eene kleine wijziging, het bijschrift voor Rumphius 1 portret, dat door den toenmaligen gouverneur van Amboina N. Schaghen in 1695 werd vervaardigd : Caecus habens oculos tam gnavae mentis acutos, ut nemo melius detegat aut videat: Rumphius hic vultu est Germanus origine, totus Belga fide et calamo: caetera dicit opus. In eene vrije overzetting (van Dr. A. H. G.) luidt dit versje als volgt: Blind was 't lichaamlijk oog, doch helder 't kloek verstand van hem, wiens groot vernuft nog niemand evenaarde. Zijn naam is Rumphius; was Duitsch 't geboorteland, Hollandsch was hart en taal; zijn werk tuigt U zijn waarde.'<BR> De keerzijde 'geeft eene silhouette van de plaats, waar Rumphius het grootste gedeelte van zijn leven doorbracht, en waar zijne beroemde werken ontstaan zijn: het eiland Amboina. Het levendig gezicht op Ambon's reede, met kasteel en stad, en met de bergen op den achtergrond, is ontleend aan eene plaat in de eerste uitgave van het boek van "Wouter Schouten van Haarlem: Gedenkwaardige Reysen naar Oost-lndiën (Amsterdam, 1676). Boven leest men, als het doel aanwijzend opschrift der medaille : In memoriam Georgii Everhardi T{umphii duobus ante saeculis vita defuncli. Onder staan terzijde de wapens van zijne vaderstad Hanau aan den Mam, met het vermoedelijk jaar zijner geboorte (1627), en aan de andere zijde, daar Amboina geen eigen wapen heeft, het door J. P. Coen ingesteld en als algemeen geldend aangenomen Nederlandsch-lndisch wapen, nl. het zwaard en de lauwerkrans, met het jaartal van Rumphius' overlijden (1702). Tusschen deze beide wapens, omgeven van een takje van den Molukschen kruidnagelboom (Caryophyllus aromaticus), leest men de titels zijner in druk uitgegeven werken, nl. het Ambonsche Kruidboek en de Rariteitkamer, voorts van die geschriften, welke alleen in handschrift en kopijen bewaard worden, nl. de Ambonsche Historie en de Landbeschrijving, en ten slotte van de boeken, die slechts ten deele tot ons kwamen, nl. die over Land-, Luchten Zeegedierte. De medaille draagt het jaartal van de herdenking en de vervaardiging (1902), en den naam der instelling, die haar liet slaan, nl. het Koloniaal Museum te Haarlem.' <BR> Naast de medaille en het gedenkboek wijdde het Koloniaal Museum ook een tentoonstelling aan Rumphius en organiseerde zij festiviteiten om zijn werk onder de aandacht te brengen bij het Nederlandse publiek.