Houten tafel met onderstel van gedraaide poten

Deze tafel is een voorbeeld van het hergebruik van meubelonderdelen om een nieuw meubel te maken. In die tafel zijn onderdelen van een rustbank uit de V.O.C.-periode. De sierlijsten onder het tafelblad zijn afkomstig van de een rugleuning van een rustbank. Die bloemenrankenstijl van het snijwerk van die sierlijst leidt tot een datering van 1675-1700. <BR> <BR> De spiraalvormige poten waren eind vanaf de 17de eeuw populair. Deze poten lijken echter in de 19de eeuw te zijn vervaardigd, hierop wijst de ‘samengedrukte’ vormgeving van de spiraal; de vroege spiraalpoten zijn veel uitgerekter. (Gompel 2013, 82-83). De tafel is tussen 1850 en 1930 geassembleerd. Waarschijnlijk komt ook het tafelblad uit die tijd. <BR> <BR> Gompel en Hoving & Klusener beklemtonen dat zij in hun onderzoek geen ebbenhouten tafel uit de V.O.C.-tijd is aangetroffen. We weten niet hoe die oude tafels er hebben uitgezien. (Gompel 2013, 41). Het hout van deze tafel is niet onderzocht, wel is geconstateerd dat het geen ebbenhout is. Verder is er geconstateerd dat er meerder afwerklagen zijn, maar het is niet onderzocht om welk materiaal het gaat. (informatie Hoving & Klusener 2013).<BR> <BR> In de tweede helft van de 19de en de vroege 20ste eeuw maakten de ebbenhouten meubels van de 17de eeuw een heropleving door. Men begon om opnieuw meubelen in die stijl van de 17de eeuw te maken. Vaak werden hierbij onderdelen van die oude meubelen in verwerkt; het komt voor dat een oude sierlijst een geheel nieuw meubel werd gebruikt. Bovendien werden die stijlen en sierlijsten van 17de-eeuwse meubelen verwerkt in meubelen die toen in die vorm helemaal niet bestonden. Uiteraard werden in die tijd ook oude meubelen veranderd en aangepast aan de eisen en voorstellingen van de toen ‘moderne’ tijd. <BR> <BR> Een van die voorstellingen was dat de meubels van zwart ebbenhout waren. De meubels werden met pigmenten, bijenwas en/of schellak afgewerkt. Hoewel de afwerklaag fysiek niet kan worden gedateerd, kan wel aangenomen worden dat de donkere afwerking van meubels ook van nieuwer datum is. Immers moest men naar mijn idee maskeren dat het meubel van verschillende onderdelen en houtsoorten is gemaakt en kan men zich afvragen of ze toen echt het mooie en waardevolle hout hebben willen bedekken. Ten slotte was er die antiekmarkt in Jakarta, waar men enerzijds klaagde over al dat namaak-werk, en anderzijds niet aarzelde om via advertenties namaak-antiek aan te prijzen. (Van Gompel e.a. 2013, blz. 10-11, 75-76 en 87-92).

Houten tafel met onderstel van gedraaide poten

Deze tafel is een voorbeeld van het hergebruik van meubelonderdelen om een nieuw meubel te maken. In die tafel zijn onderdelen van een rustbank uit de V.O.C.-periode. De sierlijsten onder het tafelblad zijn afkomstig van de een rugleuning van een rustbank. Die bloemenrankenstijl van het snijwerk van die sierlijst leidt tot een datering van 1675-1700. <BR> <BR> De spiraalvormige poten waren eind vanaf de 17de eeuw populair. Deze poten lijken echter in de 19de eeuw te zijn vervaardigd, hierop wijst de ‘samengedrukte’ vormgeving van de spiraal; de vroege spiraalpoten zijn veel uitgerekter. (Gompel 2013, 82-83). De tafel is tussen 1850 en 1930 geassembleerd. Waarschijnlijk komt ook het tafelblad uit die tijd. <BR> <BR> Gompel en Hoving & Klusener beklemtonen dat zij in hun onderzoek geen ebbenhouten tafel uit de V.O.C.-tijd is aangetroffen. We weten niet hoe die oude tafels er hebben uitgezien. (Gompel 2013, 41). Het hout van deze tafel is niet onderzocht, wel is geconstateerd dat het geen ebbenhout is. Verder is er geconstateerd dat er meerder afwerklagen zijn, maar het is niet onderzocht om welk materiaal het gaat. (informatie Hoving & Klusener 2013).<BR> <BR> In de tweede helft van de 19de en de vroege 20ste eeuw maakten de ebbenhouten meubels van de 17de eeuw een heropleving door. Men begon om opnieuw meubelen in die stijl van de 17de eeuw te maken. Vaak werden hierbij onderdelen van die oude meubelen in verwerkt; het komt voor dat een oude sierlijst een geheel nieuw meubel werd gebruikt. Bovendien werden die stijlen en sierlijsten van 17de-eeuwse meubelen verwerkt in meubelen die toen in die vorm helemaal niet bestonden. Uiteraard werden in die tijd ook oude meubelen veranderd en aangepast aan de eisen en voorstellingen van de toen ‘moderne’ tijd. <BR> <BR> Een van die voorstellingen was dat de meubels van zwart ebbenhout waren. De meubels werden met pigmenten, bijenwas en/of schellak afgewerkt. Hoewel de afwerklaag fysiek niet kan worden gedateerd, kan wel aangenomen worden dat de donkere afwerking van meubels ook van nieuwer datum is. Immers moest men naar mijn idee maskeren dat het meubel van verschillende onderdelen en houtsoorten is gemaakt en kan men zich afvragen of ze toen echt het mooie en waardevolle hout hebben willen bedekken. Ten slotte was er die antiekmarkt in Jakarta, waar men enerzijds klaagde over al dat namaak-werk, en anderzijds niet aarzelde om via advertenties namaak-antiek aan te prijzen. (Van Gompel e.a. 2013, blz. 10-11, 75-76 en 87-92).