Pardeh

Wandkleed met paradijsmotieven en een fragment van soefi-poëzie. Het centrale motief is een cipres, omringd door meerdere kleinere cipressen en bloemmotieven. De cipres wordt ook wel gezien als een levensboom. Onder de cipres zijn dieren, waaronder pauwen en twee tijgers die een prooi verslinden, afgebeeld. Daaronder een berg, symbool voor de 'wereldberg'. Het centrale motief wordt omlijst door een mihrab, een gebedsnis, die hier symbool staat voor de poort naar het paradijs. Het geheel van de voorstelling symboliseert het paradijs, met name de pauw, cipres en bloemmotieven worden in de Perzisch-islamitische kunst geassocieerd met het paradijs (Blair & Bloom 1993). De onder- en bovenrand tonen een rij van mihrabs.<BR> <BR> De Perzische tekst is een fragment van vier versregels uit een langer gedicht (ghazal) van de Perzische dichter Sa'di (1213/19-1292). De vertaling luidt: "Ik houd van de wereld omdat de wereld van Hem houdt. Ik houd van de gehele kosmos omdat de kosmos geheel van Hem afkomstig is. Noch de hemelse sferen, noch de engelen konden het bevatten. Het geheim dat verborgen is in het hart van de mens is van Hem afkomstig." Dit fragment wordt steeds herhaald. De gedichten van Saadi staan bekend als soefi-poëzie en ook dit tekstfragment heeft een mystieke betekenis (EI vol. VIII, pp. 719-23).<BR> <BR> In de rand boven het poëziefragment is een korte inscriptie aangebracht met achtergrondinformatie over de maker van het kleed. Van rechts naar links is te ontcijferen: 'qalamkar [onleesbaar], uit het atelier van hadji Ahmad Abu... Ala'. De rest van de inscriptie is moeilijk te lezen, maar bevat mogelijk de naam van de opdrachtgever.<BR> <BR> De datering van dit object is waarschijnlijk tweede helft 19e eeuw. De herkomst van dit object is onzeker. Het is mogelijk vervaardigd in Isfahan (Iran), maar waarschijnlijker is dat het in Iran ingevoerd is vanuit Masulipatam (India). Vanaf de 17e eeuw vestigden Perzische ambachtlieden zich in Masulipatam, waar ze textiel voor de Perzische markt vervaardigden. Indiase qalamkar kleden kenmerken zich door de gedetailleerde voorstelling en de diepe kleur rood die gebruikt werd. Nadere bestudering van de kleuren en de inscriptie op dit object kan uitsluitsel over de herkomst geven.<BR> <BR> Dergelijke kleden werden ook op Sumatra aangetroffen, waar ze 'kain leluhur' werden genoemd. Ze zouden naar de voorouders (leluhur) verwijzen (Maxwell 1990: 335).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Katoenen geweven kleed. Gevoerd met witte katoen. Het weefsel is gedecoreerd in diverse technieken,waaronder batik- en drukbloktechniek (qalamkar techniek). De rode en zwarte kleuren werden met een drukblok aangebracht, de overige kleuren zijn met de hand geschilderd.

Pardeh

Wandkleed met paradijsmotieven en een fragment van soefi-poëzie. Het centrale motief is een cipres, omringd door meerdere kleinere cipressen en bloemmotieven. De cipres wordt ook wel gezien als een levensboom. Onder de cipres zijn dieren, waaronder pauwen en twee tijgers die een prooi verslinden, afgebeeld. Daaronder een berg, symbool voor de 'wereldberg'. Het centrale motief wordt omlijst door een mihrab, een gebedsnis, die hier symbool staat voor de poort naar het paradijs. Het geheel van de voorstelling symboliseert het paradijs, met name de pauw, cipres en bloemmotieven worden in de Perzisch-islamitische kunst geassocieerd met het paradijs (Blair & Bloom 1993). De onder- en bovenrand tonen een rij van mihrabs.<BR> <BR> De Perzische tekst is een fragment van vier versregels uit een langer gedicht (ghazal) van de Perzische dichter Sa'di (1213/19-1292). De vertaling luidt: "Ik houd van de wereld omdat de wereld van Hem houdt. Ik houd van de gehele kosmos omdat de kosmos geheel van Hem afkomstig is. Noch de hemelse sferen, noch de engelen konden het bevatten. Het geheim dat verborgen is in het hart van de mens is van Hem afkomstig." Dit fragment wordt steeds herhaald. De gedichten van Saadi staan bekend als soefi-poëzie en ook dit tekstfragment heeft een mystieke betekenis (EI vol. VIII, pp. 719-23).<BR> <BR> In de rand boven het poëziefragment is een korte inscriptie aangebracht met achtergrondinformatie over de maker van het kleed. Van rechts naar links is te ontcijferen: 'qalamkar [onleesbaar], uit het atelier van hadji Ahmad Abu... Ala'. De rest van de inscriptie is moeilijk te lezen, maar bevat mogelijk de naam van de opdrachtgever.<BR> <BR> De datering van dit object is waarschijnlijk tweede helft 19e eeuw. De herkomst van dit object is onzeker. Het is mogelijk vervaardigd in Isfahan (Iran), maar waarschijnlijker is dat het in Iran ingevoerd is vanuit Masulipatam (India). Vanaf de 17e eeuw vestigden Perzische ambachtlieden zich in Masulipatam, waar ze textiel voor de Perzische markt vervaardigden. Indiase qalamkar kleden kenmerken zich door de gedetailleerde voorstelling en de diepe kleur rood die gebruikt werd. Nadere bestudering van de kleuren en de inscriptie op dit object kan uitsluitsel over de herkomst geven.<BR> <BR> Dergelijke kleden werden ook op Sumatra aangetroffen, waar ze 'kain leluhur' werden genoemd. Ze zouden naar de voorouders (leluhur) verwijzen (Maxwell 1990: 335).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Katoenen geweven kleed. Gevoerd met witte katoen. Het weefsel is gedecoreerd in diverse technieken,waaronder batik- en drukbloktechniek (qalamkar techniek). De rode en zwarte kleuren werden met een drukblok aangebracht, de overige kleuren zijn met de hand geschilderd.