Beeld: 'Transformation' (sjamaan)

Deze sculptuur stelt vermoedelijk een man, een sjamaan, voor met zijn hulpgeesten. Transformaties zijn een belangrijk element in de Inuit cultuur. Mensen konden in dieren veranderen. Sjamanenen hadden diverse hulpgeesten (waarin zij konden veranderen); meestal waren dit (de geesten van) dieren of andere bezielde wezens. De specifieke eigenschappen van deze dieren voorzagen een sjamaan van krachten of de mogelijkheden; een hulpgeest vogel stelde de sjamaan in staat om te vliegen. Hij kon dan tijdens een reis in trance uitzoeken wat de rede was van rampspoed, hongersnood of ziekte.<BR> In het midden is het gezicht van de man te zien, aan de rechter kant een ijsberenkop, links een vogelkop, bovenop een gezicht. Aan de achterzijde lijkt de vacht of jas opengescheurd en in de scheuren is een gezicht verscholen. De verschillende gezichten en koppen van dieren en mensen zijn transformaties, ofwel de geesten van dieren, kortom hulpgeesten. <BR> De Inuit kenden tot de introductie van het christendom geen formele, georganiseerde religie. Dat wil niet zeggen dat er geen geloof in het bovennatuurlijke was. Maar dat bovennatuurlijke had wel alles met de natuur te maken. Goden en geesten beheersten vooral het weer, de jaarlijkse migraties van dieren, en de menselijke gezondheid. De sjamaan werd geacht met de bovenwereld in contact te kunnen treden om gunstige weer, dieren in overvloed, en gezondheid af te kunnen smeken. Vanwege zijn bijzondere gaven werd de sjamaan geëerd en gevreesd tegelijk. In het onbarmhartige arctische klimaat voelen de Inuit zich nog steeds afhankelijk van het weer; hoewel minder dan vroeger zijn jacht en visserij nog altijd belangrijk om in het levensonderhoud te voorzien. Terwijl het christendom enerzijds de angst, die de precaire, volkomen van de grillen der natuur afhankelijke Inuit-samenleving in zijn greep had, sterk terugdrong en onderlinge conflicten verminderde, heeft het anderzijds, bijvoorbeeld door het voor de Inuit moeilijk invoelbare verhaal van de kruisiging en de nadruk op strikte monogamie, niet als een geweldige bron van intense inspiratie voor velen kunnen dienen. Daarom komen in de meer spirituele uitdrukkingen van kunst niet-christelijke motieven, die generaties lang zijn onderdrukt, relatief makkelijk naar voren.

Beeld: 'Transformation' (sjamaan)

Deze sculptuur stelt vermoedelijk een man, een sjamaan, voor met zijn hulpgeesten. Transformaties zijn een belangrijk element in de Inuit cultuur. Mensen konden in dieren veranderen. Sjamanenen hadden diverse hulpgeesten (waarin zij konden veranderen); meestal waren dit (de geesten van) dieren of andere bezielde wezens. De specifieke eigenschappen van deze dieren voorzagen een sjamaan van krachten of de mogelijkheden; een hulpgeest vogel stelde de sjamaan in staat om te vliegen. Hij kon dan tijdens een reis in trance uitzoeken wat de rede was van rampspoed, hongersnood of ziekte.<BR> In het midden is het gezicht van de man te zien, aan de rechter kant een ijsberenkop, links een vogelkop, bovenop een gezicht. Aan de achterzijde lijkt de vacht of jas opengescheurd en in de scheuren is een gezicht verscholen. De verschillende gezichten en koppen van dieren en mensen zijn transformaties, ofwel de geesten van dieren, kortom hulpgeesten. <BR> De Inuit kenden tot de introductie van het christendom geen formele, georganiseerde religie. Dat wil niet zeggen dat er geen geloof in het bovennatuurlijke was. Maar dat bovennatuurlijke had wel alles met de natuur te maken. Goden en geesten beheersten vooral het weer, de jaarlijkse migraties van dieren, en de menselijke gezondheid. De sjamaan werd geacht met de bovenwereld in contact te kunnen treden om gunstige weer, dieren in overvloed, en gezondheid af te kunnen smeken. Vanwege zijn bijzondere gaven werd de sjamaan geëerd en gevreesd tegelijk. In het onbarmhartige arctische klimaat voelen de Inuit zich nog steeds afhankelijk van het weer; hoewel minder dan vroeger zijn jacht en visserij nog altijd belangrijk om in het levensonderhoud te voorzien. Terwijl het christendom enerzijds de angst, die de precaire, volkomen van de grillen der natuur afhankelijke Inuit-samenleving in zijn greep had, sterk terugdrong en onderlinge conflicten verminderde, heeft het anderzijds, bijvoorbeeld door het voor de Inuit moeilijk invoelbare verhaal van de kruisiging en de nadruk op strikte monogamie, niet als een geweldige bron van intense inspiratie voor velen kunnen dienen. Daarom komen in de meer spirituele uitdrukkingen van kunst niet-christelijke motieven, die generaties lang zijn onderdrukt, relatief makkelijk naar voren.